Bevers in het Schuitwater

In oktober 2003 is in het natuurgebied Schuitwater een tweetal bevers uitgezet. Het volwassen mannetje en vrouwtje zijn in voormalig Oost-Duitsland gevangen. Ze zijn in alle stilte in een kunstburcht geplaatst met wat voedsel, zodat ze tot rust konden komen na de stressvolle reis. Boswachter Jan Theeuwen van Staatsbosbeheer houdt het stelletje goed in de gaten: ,,De volgende nacht hebben ze zich meteen al naar buitengeknaagd, en zijn ze de nabije omgeving gaan verkennen. Sindsdien hebben ze zelf een bovengrondse burcht gebouwd, een teken dat ze het naar hun zin hebben in het gebied”. Bezoekers van het gebied kunnen zien dat er bevers zitten aan de omgeknaagde en ontschorste bomen.

Bevers zijn van groot belang voor het landschap van rivieren en beken. Door het omknagen van bomen zorgen ze voor een natuurlijk onderhoud van de oevers. Ze kunnen de wilgengroei in toom houden en maken open plekken. Hierdoor worden natte broekbossen en waterkanten afwisselender en aantrekkelijker voor andere planten en dieren.

Bevers zijn echte waterdieren. Op het land zijn ze log en sloom. In het water zijn ze sterk en wendbaar. Ze wagen zich zelden verder dan 20 m uit het water, en verplaatsen zich dus altijd via beken, sloten, holen en geulen. Het zijn nachtdieren die moeilijk waar te nemen zijn. Alleen hun vraatsporen verraden hun aanwezigheid.