Filmer Arie Leijdens: “Na een ochtendduik te hebben gedaan moest deze bever even de boel een beetje droog wrijven.” (Esscheplaat, Strijensas). Bevers zijn relatief veel tijd kwijt aan het poetsen van hun vacht. Met hun voor- en achterpoten leggen ze elk haartje goed. Maar waarom poets een bever z’n vacht? Lees onder het filmpjes verder:
De pels van de bever bestaat uit twee lagen. De onderste laag wordt ook wel de ‘wollaag’ genoemd. De haren zijn daarvan wollig en heel dicht op elkaar groeien. Door deze laag blijft de bever warm. De bovenste laag heet ‘deklaag’. Van deze laag zijn de haren lang en vettig. Door het vet is deze laag waterafstotend en loopt al het water er zo van af. De onderlaag blijft droog. Zo’n vachtje vraagt wel extra onderhoud.
Iedere dag kamt de bever met z’n poten door zijn vacht (dit heet poetsen) en smeert zo 'bevervet' uit een speciale klier door de bovenste laag. De tweede teen van de voet heeft zelfs een kleinere dubbele nagel om de vacht extra goed mee te poetsen. Met zo’n vet glanzende vacht kan de bever weer gerust het water in duiken.