Bedreigde weidevogels als grutto en watersnip krijgen betere broedkansen in het weidevogelgebied De Bramen in De Wieden. Ook krijgen roofvogels en vossen minder gelegenheid om zich in het gebied te vestigen.
Open water
Voor de weidevogels kapt Natuurmonumenten enkele verspreid liggende bosjes in het gebied. Op de plek van de gekapte bosjes komen trekgaten, waardoor open water ontstaat. De rest van het gebied wordt opgehoogd met de grond uit de trekgaten. Daar kunnen boeren hun koeien en schapen laten grazen. Een kleine windmolen voert in het voorjaar een teveel aan water af. De werkzaamheden duren tot het najaar en worden onderbroken in de broedperiode.
Minder roofvogels en vossen
Verder zorgt Natuurmonumenten voor zoveel mogelijk openheid in het weidevogelgebied door spontaan opkomende boompjes weg te halen en bosjes te kappen. Want uit onderzoek blijkt dat weidevogels geen nesten maken binnen een afstand van honderd meter van bomen. Minder bomen verkleinen bovendien de kans dat roofvogels en vossen zich er vestigen. Om het roven door vossen tegen te gaan, wordt dit zoogdier sinds 1992 bejaagd in De Wieden.
Speciaal voor de weidevogels
Delen van het bijna 6.000 hectare grote natuurgebied De Wieden, waaronder het veenweidegebied De Bramen, zijn speciaal voor weidevogels. Die gebieden worden laat in het jaar gemaaid en beweid, de weide wordt bemest met ruige stalmest en het grondwaterpeil wordt vrij hoog gehouden.