Betere bescherming van akkervogels
• 27-11-2009
• leestijd 1 minuten
Van de ongeveer 450 vogelsoorten van Europa is 1/3 voor voedsel en nesten aangewezen op het boerenland. Het zojuist verschenen boek "Akkervogels" van Koos Dijksterhuis en Hans Hut (fotografie), is meer dan een beschrijving van vogels. Het toont reportages en interviews waarin de mogelijkheden voor bescherming van akkervogels wordt beschreven.
Hoe kunnen de boeren op de juiste wijze akkerbouw bedrijven, opdat oa de geelgorsen, ringmussen, kneuen, vinken en kiekendieven er profijt van kunnen hebben. Vaak wordt het onkruid platgespoten, maar het is voor de vogels beter om het te laten staan en stroken van liefst 9- 12 meter breed gras te laten staan zodat de vogels daar hun zaden, dus voedsel, uit kunnen pikken. Ook belangrijk om struiken te laten staan opdat de vogels zich daarin kunnen verstoppen.
Voor dat zogenaamde randbeheer is voor de boeren een subsidie te verkrijgen via de provincie. In mei 2009 stelde het Ministerie van Landbouw 30 miljoen euro extra beschikbaar voor die subsidies. Als meer akkerbouwers zouden meewerken aan een goed beheersplan, dan is het misschien nog niet te laat voor de prachtige vogels als de leeuwerikken en patrijzen, die met 95% zijn afgenomen.
Andrea ging kijken bij Boerin Joke Plaatje in Sellingen bij Groningen, en ontdekte dat zo'n randbeheer echt werkt, de geelgorsen vlogen in zwermen over haar heen en ook de patrijzen werden gestoord tijdens hun maal.
Meer informatie op
www.grauwekiekendief.nl