Belastingbetaler spekt plundering van de zee
• 23-12-2011
• leestijd 2 minuten
Greenpeace voert op dit moment actie in de haven van IJmuiden tegen Europa’s allergrootste varende visfabrieken, die met belastinggeld worden gesteund. Op twee van Europa’s grootste vissersschepen schilderen actievoerders de miljoenen euro’s die deze schepen de afgelopen jaren ontvingen. Met deze steun vissen de schepen de zeeën van West-Afrika leeg. Deze cijfers komen uit een rapport dat onderzoeksbureau Profundo opstelde in opdracht van Greenpeace. Uit het onderzoek blijkt dat de winst die de eigenaren van deze destructieve schepen maken, afhankelijk is van overheidssteun.
Drijvende visfabrieken
“Het is schandalig dat belastinggeld wordt gebruikt om drijvende visfabrieken de kustwateren van West-Afrika te laten plunderen. In deze arme regio lopen de visvoorraden in rap tempo terug, waardoor de voedselveiligheid van miljoenen Afrikaanse mensen in gevaar komt”, zegt Femke Nagel, campagneleider oceanen bij Greenpeace. “Onze eigen wateren zijn totaal overbevist en daarom gaan deze grote schepen naar andere regio’s. Wat Europese overheden juist moeten doen is het aanpakken van de uit haar voegen gegroeide vloot.”
Economisch onderzoeksbureau Profundo bekeek de geldstromen die de afgelopen jaren vanuit de Europese Unie en haar lidstaten naar drie Nederlandse rederijen gingen. Deze rederijen vormen met hun dochtermaatschappijen de Pelagic Freezer-trawler Association (PFA). Hun 34 grootschalige trawlers zijn in feite varende visfabrieken die ter plekke de reusachtige vangsten kunnen verwerken. Deze trawlers staan symbool voor de overcapaciteit van de Europese vloot: er zijn teveel boten voor te weinig vis. Met belastinggeld wordt de toegang tot de wateren van landen als Mauritanië en Marokko betaald. De afgelopen vijf jaar liep deze indirecte steun specifiek voor deze drie rederijen op tot maar liefst € 142,7 miljoen.