Jelle Völlmar, die zijn opa zeer regelmatig helpt bij het snoeien, vertelt Menno dat het nou niet een arboretum is dat veel mensen trekt. Het ligt een beetje buiten de bewoonde wereld, het is volgens hem niet zo mooi aangelegd voor toeristen, en er zijn geen bankjes en Hot-dog tentjes waar toeristen dol op zijn.
Jelle weet van bijna elke boom de Nederlandse naam en laat Menno aan de bladeren van de zogenaamde Balzakboom ruiken, die ruikt naar pindakaas.
Naast het snoeien mag hij er ook spelen, in bomen klimmen en verjaardagsfeestjes houden.
In het arboretum is een gedeelte waar Noord-Amerikaanse bomen staan, zoals mammoetbomen.
Het
Beemster Arboretum
is dagelijks te bezoeken vanaf 9.00 uur tot zonsondergang.