Bedreigde dieren en planten redden via leefgebieden
• 27-09-2005
• leestijd 2 minuten
De tijd van ellenlange procedures om een vleermuisnest uit de schoorsteen te mogen verwijderen, lijkt ten einde te lopen. Bivakkeert het dier buiten zijn leefgebied, dan zal het eenvoudiger worden een ontheffing te krijgen. Binnen zijn leefgebied krijgt de vleermuis alle bescherming die hij nodig heeft.
Verstoring van beschermde dieren en planten, waar ze ook zitten, mag nu alleen met toestemming van de overheid. Want iedere Noordse woelmuis is er één, zo is het beleid. Een verdwaald exemplaar of een nauwelijks vatbare kolonie kan volgens deze regels een boel overhoop halen. In Nederland zijn er voorbeelden te over: het bedrijventerrein dat strandt op de korenwolf, de zandhagedis die de bouw van een recreatiepark verhindert.
Dit beleid stuit in de praktijk niet alleen op problemen, maar boekt ook ,,onvoldoende'' resultaten, schreef minister Veerman (Landbouw) maandag in een brief aan de Tweede Kamer. De specifieke bescherming van een aantal aangewezen dieren en planten heeft er zelfs toe geleid dat ,,meer soorten in de gevarenzone'' zitten.
In Europees verband is afgesproken dat het verlies aan soorten per 2010 tot stilstand moet zijn gebracht. Nederland streeft er verder naar dat de planten- en diersoorten die in 1982 hier groeiden en leefden, in 2020 sterk genoeg zijn voor een gegarandeerd voortbestaan.
Veerman wil dat bereiken via de zogenoemde 'leefgebiedenaanpak'. Daarbij wordt niet één bepaalde soort koste wat het kost in de watten gelegd, maar wordt gebied zo ingericht dat bijvoorbeeld de roerdomp én andere moerasvogels zich er thuisvoelen.
Om de driehonderd meest bedreigde soorten op deze manier op weg te helpen, worden volgens directeur Natuur S. Raaphorst van het ministerie van Landbouw tien verschillende leefgebieden ontwikkeld: heuvelland, kustgebied, droge zandgronden, natte heide en hoogveen, beekdalen, moerassen, grote wateren, agrarisch landschap, rivierenlandschap en 'urbane natuur'.
In deze gebieden zijn de soorten, waaronder volgens Raaphorst veel vlinders en orchideeën, beschermd tegen de economische ontwikkelingen als nieuwe bedrijventerreinen of woonwijken. Omdat de populaties van een planten- of diersoort in deze leefgebieden sterk genoeg zullen zijn om te overleven, hoeven ze erbuiten minder strikt beschermd te worden.
De vleermuis in de schoorsteen mag eerder verstoord worden, omdat verwijdering van dit ene nest het voortbestaan van de soort in Nederland niet bedreigt. Voor de soorten zal dit beter uitpakken en voor het bedrijfsleven schept het een hoop duidelijkheid, meent Raaphorst.
Het ministerie werkt nu aan een kaart met de leefgebieden, die een landelijke dekking zullen hebben. Voor een belangrijk deel zullen de gebieden binnen het Nederlandse natuurnetwerk, de Ecologische Hoofdstructuur (EHS), en de Nationale Landschappen vallen. Maar voor een goede bescherming van de bedreigde soorten zal extra plaats moeten worden gemaakt volgens Raaphorst. Eenderde van Nederland zal straks op de een of andere manier onder natuurbeschermingsregels vallen, zo is de verwachting.
Bron: ANP