Balkenende wil schone kolencentrale in Nederland

Premier Jan Peter Balkenende wil een innovatieve, schone kolencentrale waarbij CO2 ondergronds wordt opgeslagen in voormalige gasvelden. Elektriciteitsbedrijven en regio's hebben al belangstelling voor het project getoond.

Dat heeft Balkenende vrijdag gezegd na afloop van een EU-klimaattop in Brussel. De centrale komt waarschijnlijk ergens in het noorden van het land.

Het project is een proefproject, waar ook andere landen van kunnen profiteren. De Europese Commissie pleitte eerder dit jaar voor twaalf innovatieve projecten in Europa in het kader van het verminderen van de uitstoot van broeikasgassen. Die leiden tot opwarming van de aarde en het stijgen van de zeespiegels.

Volgens Balkenende waren de afspraken die de EU-leiders vrijdag maakten, een paar jaar geleden onmogelijk. ,,Nu kon het wel. Dat is betekenisvol en buitengewoon belangrijk.''

De doelen die zijn afgesproken, zijn weliswaar bindend, maar gelden voor de EU als geheel. De komende tijd moet duidelijk worden welk steentje elk EU-land bijdraagt aan het halen van de gemeenschappelijke klimaatdoelen. ,,Dit is niet zo maar een loze belofte. Er is nog het nodige werk te doen, maar we hebben een belangrijke stap gezet'', aldus de premier.

Twistpunt op de top was lang de rol van kernenergie. De landen erkenden op aandringen van Frankrijk (dat 40 procent van zijn energie uit kerncentrales haalt) dat kernenergie niet bijdraagt aan de uitstoot van kooldioxide. Maar de EU-landen weigerden het mee te tellen bij de doelstelling van 20 procent hernieuwbare energie uit zon, wind, water en aardwarmte.

Als toegeving aan vooral de vroegere Oostblok-landen werd afgesproken dat de beginsituatie in een land wordt meegenomen bij het bepalen van de exacte doelen voor hernieuwbare energie.

Op het punt van de energiebesparing, noemde Balkenende een verbod op gloeilampen, zoals in Australië bepleit, ,,te fors''. Maar de overheid doet wel veel voor zuiniger straatverlichting en voor minder energieverspilling in de kassen in de tuinbouw.

Bron: ANP