Wanneer er maar een beetje zon is, heb je kans een gehakkelde aurelia in je tuin te zien. Als je bloeiende planten hebt tenminste. De vlinders zijn nu op zoek naar een voorraad voedsel voor de winter.
Er zijn vier soorten dagvlinders die de winter als vlinder doorbrengen. De overige soorten kunnen de kouperiode alleen overleven als ei, rups of pop. Eén van de vier vlinderoverwinteraars is de gehakkelde aurelia. Deze heeft zijn naam te danken aan de happen in de vleugelrand, waardoor hij een wat gehavend uiterlijk heeft. De kleur van de bovenzijde is oranje met bruinige vlekken. De onderzijde is bruin van kleur. Als de vlinder in de winter verstopt zit tussen de bladeren dan valt deze, door die bruine kleur, volledig weg in zijn omgeving. Dat betekent dat de kans dat hij door een vogel of andere vijand wordt ontdekt, niet zo groot is. De gehakkelde aurelia was tot een jaar of twintig geleden vooral ten zuiden van de grote rivieren te vinden. Vanaf dat moment heeft de soort zich sterk uitgebreid en nu is hij in het hele land te zien.
Om goed de winter door te kunnen komen hebben vlinders een flinke voorraad brandstof nodig. Daarom vinden we nu de gehakkelde aurelia vooral op plaatsen waar nog bloeiende planten aanwezig zijn. Zo kun je ze tegenkomen op de laatste bloeipluimen van de vlinderstruik, maar ook op de heptacodium en hemelsleutel (Sedum), die juist nu goed in bloei staan. Ook klimop is een erg aantrekkelijke plant voor de gehakkelde aurelia. Op een mooi bloeiend exemplaar kun je er soms wel vijf of meer te zien krijgen. Ze zijn alleen actief als ze op de juiste temperatuur kunnen komen en dat betekent in de praktijk dat ze de zon nodig hebben. Op bewolkte dagen zul je ze tevergeefs zoeken. Zodra de kou echt invalt trekken ze zich terug op hun overwinteringsplek tussen de takken en de bladeren, of in een beschutting gevende struik als braam of klimop. Als het goed is worden ze pas in de loop van februari weer actief.