Arno Scholten: Vroege vogel
• 22-12-2010
• leestijd 2 minuten
Deze ochtend ben ik extra vroeg opgestaan. Om kwart voor vier ging mijn wekker al. Via via hoorde ik dat er op de Veluwe enkele gespot waren. Dat wilde ik wel eens meemaken. De Vroege Vogel, in Real Time. Een zeldzaam diertje dat zich niet zomaar laat zien, daar moet je echt wel wat voor doen. In ieder geval moet je er vroeg je nest voor uit.
Gewapend met een sterke verrekijker om mijn nek zat ik twintig minuten later al op de fiets. Na ongeveer een kwartiertje stapte ik af bij de bosrand en parkeerde mijn fiets tegen een grote eik. Zonder al te veel geluid te maken liep ik dieper en dieper het bos in. Voor het krieken van de dag wilde ik een plekje gevonden hebben waar ik mij schuil kon houden.
Ik was zo benieuwd. Zou ik het diertje te zien krijgen als de eerste zonnestralen zich laten zien?
Ineens sloeg de twijfel toe, want hoe ziet een dergelijke vroege vogel er eigenlijk uit? Een zwarte merel; een doodgewone mus; die kennen we allemaal wel, maar een Vroege Vogel... Zou ik die eigenlijk wel herkennen?
Er zijn namelijk maar een paar feitjes over de Vroege Vogel bekend. Als eerste het zanggeluid. Dat klinkt minder ordinair dan “twiedeldetwiet”, “tjilp-tjilp” of “roekoe-roekoe”. Het heeft een beetje de eigenzinnigheid van “oehoe-oehoe”, maar dan met iets meer allure. Iets meer finesse.
Een ander feitje is dat je ze bijna nooit te zien krijgt. In geen soortenboek wordt er over gesproken. Op geen enkele website wordt dit schepseltje uitgelicht. Eigenlijk is het maar een onbelangrijk diertje. Zo voelen ze het zelf ook, vandaar dat ze zo schuw zijn. Ze voelen zich afgestompt en overbodig.
Voor iedereen die dit leest: ”Ik vind de Vroege Vogel wel de moeite waard en dat zullen ze weten ook!”. Al spot ik er vandaag geen, dan kom ik morgen gewoon weer terug. Ik geef niet op en zal de Vroege Vogels laten weten dat zij er wel degelijk toe doen.
Rond 8.30 uur had ik er nog geen gezien en kreeg inmiddels ook wel erge honger aangezien ik nog niet had ontbeten. Ik besloot om de volgende ochtend terug te komen naar dezelfde plek, stond op en liep weer naar mijn fiets. Terug bij de bosrand keek ik naar de grote eik, mijn fiets was weg. Gestolen! Dat ga je niet menen! “Dat moet een vroege vogel geweest zijn”, dacht ik, maar dan wel een ander soort.