Mijn recente fascinatie voor paarden voelt als vreemdgaan. Al twintig jaar ben ik min of meer getrouwd met kamelen. Of beter gezegd: met dromedarissen. Een-bulters dus. Het was liefde op het eerste gezicht toen ik in 1988 mijn eerste kameel kocht. Al maak ik me geen illusie over de wederkerigheid. De liefde van kamelen gaat door de maag en dat heeft als groot voordeel dat de hautaine schepselen tot aanhankelijke wezens transformeren als ze met mij op stap zijn. Geen betere manier om je ego op te krikken dan met een karavaan kamelen door een uitgestrekte en levenloze woestijn te zwerven. Alle aandacht is op jou gericht. Kamelenogen volgen je bewegingen, zachte behaarde lippen beroeren tegen etenstijd je nek, je mag met ze tutten en trutten, want zonder jou geen voer in de hongerige maag. Er zijn meer redenen waarom ik gesteld ben op kamelen. Hun deinende gang bijvoorbeeld, hun grote dromerige ogen en de fluweelzachte neus.
Waarom vreemdgaan, om maar weer op het pijnlijke thema terug te komen, met zoveel schoonheid om mij heen?
Het antwoord komt u vast bekend voor: Het overkwam me.
Afgelopen zomer verbleef ik in de Zwitserse bergen om over kamelen te praten met een Zwitser die me had gevraag mee te gaan, met kamelen dwars door de woestijn in Namibië. We hielden onze eerste bespreking op zijn boerderij in de Alpen en reden tussendoor paard (hij had er vier). Ik wist niets van paarden maar in huis slingerde, tot in het toilet, paardenlectuur rond en bij gebrek aan andere boeken begon ik erin te lezen. Te gek, al die weetjes over psyche en gedrag. Naarmate ik meer over paarden leerde, verloor het Namibië-plan aan glans.
Dat beviel de Zwitser niet en op onze laatste bosrit raakte hij me ‘per ongeluk’ kwijt. Mijn paard Benschi raakte in paniek en wilde er in razende galop vandoor, het steile bergpad af, zijn kameraden achterna. Ik hield hem met moeite in toom. ‘Ik ben de baas, ik ben de baas,’ hield ik mijn paniek onder controle. Benschi deed zijn best. Maar na een kwartier nam instinct het over. Het steigerende en nat bezwete paard hinnikte zijn radeloosheid het bos in. Een uur later arriveerden we bij de boerderij. Totaal kapot. Die Zwitser kan het natuurlijk schudden, maar Benschi heeft mijn hart gestolen. Mijn volgende reis is al gepland: Een tocht van enkele duizenden kilometers door Centraal Azië. Te paard natuurlijk.