Tijdelijke natuur werkt als antikraak: wel leefgebied, geen rechten. Stadsecoloog Martin Melchers heeft ’t maar druk met deze vogelvrije natuur.
Stadsecoloog Martin Melchers is de laatste weken druk bezig met het verplaatsen van honderden rugstreeppadden die tijdelijk verbleven in een sloot in het Amsterdamse Westelijk Havengebied. Toen hij de padden vorig jaar zomer van het eerste tijdelijke natuurgebied in de haven had verplaatst naar deze sloot, had hij gehoopt dat het voor een langere periode zou zijn. Het laat zien hoe tijdelijk ‘tijdelijke natuur’ kan zijn.
Poeltje voor de rugstreeppad
Het idee van tijdelijke natuur houdt in dat braakliggend terrein aantrekkelijk wordt gemaakt voor flora en fauna, waaronder ook beschermde soorten als de rugstreeppad. Zodra zich een huurder of koper voor het terrein aandient, wordt het natuurgebied weer opgedoekt, zonder verder gedoe. In die zin is het vergelijkbaar met de antikraakconstructie die ook in woningen wordt gebruikt: wel leefgebied, geen rechten.
In 2009 werd een terrein in de Amsterdamse haven als eerste gebied in Nederland ingericht als tijdelijk natuurgebied. In 2016 was het ook het eerste terrein dat die status weer kwijtraakte. Inmiddels heeft Martin Melchers een nieuw gebied toegewezen gekregen en kan het vangen en verplaatsen opnieuw beginnen. Met een paar ingrepen is het nieuwe tijdelijke natuurgebied aantrekkelijk gemaakt voor de rugstreeppad. Er is een poeltje gegraven en de vegetatie is deels weggehaald.
Vogelvrije natuur
Deze constructie, waarbij de natuur in zekere zin vogelvrij is, moet natuurvrees bij terreineigenaren voorkomen. Het idee ontstond tijdens de economische crisis, toen veel grond braak lag, maar met opzet onaantrekkelijk werd ingericht om te voorkomen dat zeldzame of bedreigde soorten zich er zouden vestigen.
Wanneer op een terrein beschermde soorten voorkomen, zegt dat vaak wat over de kwaliteit van het terrein. Maar voor projectontwikkelaars kan het daardoor een dure grap worden, omdat ze het verlies van natuur moeten compenseren om er te mogen bouwen. Heeft een gebied tijdelijke natuurstatus, dan hoeft dat compenseren niet, al heeft de eigenaar wel zorgplicht. Bouwen in het broedseizoen mag er bijvoorbeeld niet.