De toe- en afname van de hoeveelheid Antarctische krill - kleine, kreeftachtige diertjes – zijn het gevolg van hun onderlinge concurrentie om voedsel en worden niet veroorzaakt door klimaatfactoren zoals tot dusver werd aangenomen. Tot deze conclusie komt een internationaal onderzoeksteam van de UvA.
Krill als voedselbron
Krill (Euphausia superba) komt in gigantische hoeveelheden voor in de Antarctische wateren en is een essentiële voedselbron voor onder meer pinguïns, walvissen, zeerobben en vele vissoorten. Krillpopulaties vertonen een cyclus van 5 tot 6 jaar: de krillpopulatie maakt dan een gigantische verandering door. Over de oorsprong hiervan was nog weinig bekend. In eerdere onderzoeken werd verondersteld dat de populatiecyclus van krill wordt ingegeven door periodieke klimaatfactoren.
Cyclus van krill
Het team met onderzoekers van de Universiteit van Oldenburg (Duitsland), het Instituut voor Biodiversiteit en Ecosysteem Dynamica (IBED) van de UvA en het Alfred Wegner Instituut in Bremerhaven combineerde een nieuw model met velddata om de oorsprong van de cyclus te verklaren. Het nieuwe, bio-energetische model voorspelt de karakteristieke eigenschappen van de fluctuaties in de krillpopulatie, precies in overeenstemming met de velddata. Dat leidt tot een alternatieve verklaring: de krillcyclus wordt veroorzaakt door de onderlinge concurrentie van krill-individuen in verschillende levensstadia.