Annelies Kroon: Zondagmiddag 26 januari 2008
• 14-03-2008
• leestijd 2 minuten
Na een verjaarsvisite de oude plunje aan en lekker de tuin in. de wind is nog schraal, maar het zonnetje is lekker. Ik moet uitkijken dat ik de krokusjes niet vertrap.
Eindelijk de zomerhei gesnoeid en de bollen van de hortensia's en oude takken eraf gehaald. Wat een nieuwe knoppen zitten er al aan. De narcissen die op een luwe plek staan zijn ook al volop in bloei en wat is de hei weer mooi. Na een tijdje ziet de tuin er al weer een stuk mooier uit en ga ik koud maar tevreden naar binnen. Op de bank gezeten met een kopje thee geniet ik van de vogels die aan de vetbollen en het pindanetje zitten. Ook het containertje met zonnebloempitten wordt frequent bezocht. Wat zit daar nu op de pinda's? Ik pak de verrekijker erbij en bel onze oude buurvrouw. Als ik het vogeltje heb beschreven zegt ze zeer beslist: dat is een goudhaantje.
Weer wat geleerd. Als ik in het vogelboek blader denk ik weleens: wat weet ik toch weinig van vogels en dat is maar een klein stukje van de natuur.
Er is zo veel om je over te verwonderen. We lopen ook al jaren in de Waterleidingduinen en ook daar blijven we ons verwonderen en genieten we van de seizoenen. Ik zou toch niet in een land willen wonen waar je amper iets merkt van seizoenen, waar het alleen maar warm is. Ik ben een koukleum, maar ik geniet toch ook van de winter, vooral natuurlijk als het vriest en de zon schijnt. Mijn vriendin in Curaçao heeft nu nog weleens heimwee naar Nederland met zijn winter, lente, zomer en herfst. Mijn maag begint te knorren, het wordt tijd om voor de inwendige mens te gaan zorgen, mijn man komt boven en zegt dat hij al is begonnen met koken. Wat een boffer ben ik toch.