'Alleen internationale samenwerking kan trekvogels redden'
• 18-11-2011
• leestijd 1 minuten
Ondanks dat veel trekkende zangvogels - zoals zomertortel, koekoek en spotvogel - een duizelingwekkende achteruitgang laten zien, genieten ze nog geen formele, wereldwijde beschermde status. De tiende bijeenkomst van de ‘Convention on Migratory Species’ (beter bekend als de ‘Bonn Conventie’) komende week in Bergen, Noorwegen, hoopt dat te veranderen. Voor Vogelbescherming Nederland, de Britse vogelbescherming RSPB en andere Europese en Afrikaanse partnerorganisaties van BirdLife International is dit het moment om de deelnemende landen op te roepen tot een internationaal actieplan voor een betere bescherming van zangvogels en hun trekroute.
Onontbeerlijk
Tijdens de conventie zal de regering van Ghana aanstaande dinsdag een oproep doen tot een betere bescherming van trekkende zangvogels. Als de Conventie aan deze oproep gehoor geeft, zal het plan door de Zwitserse overheid gefinancierd worden. Steun van andere landen, met name uit Europa, is onontbeerlijk om dit voorstel in de plenaire bijeenkomst van de conventie in Noorwegen, waar 116 landen vertegenwoordigd zijn, aangenomen te krijgen.
Onvoorstelbare prestatie
“Trekroutes zijn als het ware kettingen met meerdere schakels. Een fitis, die 10 gram weegt, vliegt twee keer per jaar ruim 5.000 km heen en weer tussen ons land en Afrika - een haast onvoorstelbare prestatie. Als er ergens ook maar één schakeltje uit de ketting valt, gaat het mis.” aldus Bernd de Bruijn van Vogelbescherming Nederland. Binnen BirdLife International werkt Vogelbescherming al jaren samen met BirdLife partners langs de trekroute.