Na het verontrustende onderzoek van vorig jaar, naar de afname aan insecten de afgelopen 30 jaar in Duitsland, wilde minister Carola Schouten van landbouw en natuur graag weten hoe Nederland ervoor staat. Is bij ons ook driekwart van de biomassa aan insecten verdwenen?
David Kleijn van de Wageningen Universiteit heeft dit samen met andere onderzoekers in kaart gebracht. Zijn resultaten schreef hij op in het
rapport: Achteruitgang insectenpopulaties in Nederland: trends, oorzaken en kennislacunes
. Vrijwel alle wetenschappers zijn het erover eens dat insecten in Nederland zijn afgenomen de afgelopen jaren. De trends van individuele soortengroepen waarvan informatie beschikbaar is, vertonen echter niet allemaal een eenduidige afname. Het lijkt erop dat de achteruitgang van soorten die kenmerkend zijn voor het agrarisch landschap onverminderd doorgaat.
Intensieve landbouw boosdoener
De achteruitgang van insectenpopulaties in Nederland is waarschijnlijk alleen te keren door een integrale benadering. Inzetten op maatregelen die goed zijn voor insecten in natuurgebieden zonder aanpassingen op landbouwgrond levert waarschijnlijk weinig op omdat door intensieve landbouw roet in het eten gooit. Feitelijk is er niet precies bekend hoe slecht het met insecten in Nederland gaat. De beschikbare informatie suggereert dat insecten zwaar onder druk staan, maar dat is gebaseerd op een beperkt aantal soortengroepen die vooral in natuurgebieden worden geïnventariseerd en waarvan onduidelijk is hoe representatief ze zijn voor insecten in het algemeen. Om tot goed onderbouwde, nieuwe vormen van natuurinclusief landschapsbeheer te komen, moet dus een aantal belangrijke kennishiaten gevuld worden.
Trends in insectenpopulaties
Er is vrijwel geen informatie beschikbaar over trends van insecten in het agrarisch gebied in Nederland. Vanwege de sterke bias richting natuurgebieden, bestaat het risico dat de waargenomen trends niet representatief zijn voor Nederland als geheel. Het ligt voor de hand dat trends in natuurgebieden minder negatief zijn dan trends in agrarische gebieden en dat populaties hier als gevolg van herstelmaatregelen eerder opkrabbelen. Omdat het waarschijnlijk niet haalbaar is vrijwilligers in te zetten bij insectenmonitoring in het agrarisch gebied, is het advies een professioneel monitoringsprogramma op te zetten gericht op qua aantal en functie belangrijke soortengroepen.