Nederland doet er niet verstandig aan om op het gebied van duurzame energieproductie een positie in de internationale kopgroep na te streven. Dat concludeert energieconsultant UC Partners volgens een bericht van persbureau Energeia in het rapport 'De weg naar een Triple A energiesector' dat is geschreven naar aanleiding van het vijfjarig bestaan van het adviesbedrijf.
Volgens het rapport zou het wijs zijn als Nederland zijn ambities op het gebied van duurzame energieproductie wat weet te temperen. De beperkte rol die Nederland momenteel speelt op het gebied van duurzame energieproductie is vanuit een prestige oogpunt misschien beschamend te noemen, ze is economisch strategisch echter verdedigbaar, zo concluderen de opstellers van het rapport.
Volgens het rapport ontstaat door teveel innovatiedrang tevens het gevaar dat de bestaande energie-industrie in de verdrukking komt. Een industrie die een aanzienlijke bijdrage levert aan de Nederlandse economie en derhalve via zijn afdrachten de energietransitie financieel kan ondersteunen.
Een te snelle overgang naar een duurzame energieproductie leidt verder tot een onaanvaardbare kostenstijging, zo concludeert UC Partners. Kijkend naar de situatie in 2008 zou de stroomprijs destijds bijna zijn verdubbeld van EUR 54 naar EUR 104 per MWh als deze volledig duurzaam zou zijn opgewekt. In die berekening is de verwachte kostendaling van duurzame productie niet meegerekend.
Ook niet meegenomen in de berekeningen zijn de maatschappelijke kosten, die de nadelige effecten van fossiele energieopwekking met zich meeberengen. Daarbij gaat het om gezondheidschade, milieuschade en de economische effecten van prijsstijgingen door toenemende schaarste aan grondstoffen.Of de groei in werkgelegenheid die een consequente inzet op duurzame energie als gevolg heeft. In Duitsland werken inmiddels meer mensen in de zonne-energie sector dan in de auto-industrie.
Het rapport lijkt dan ook een lobby-instrument van de fossiele energie-industrie te zijn, die is gericht op eigen winstmaximalisatie op de korte termijn. Dat de gehele maatschappij daarvan op een later tijdstip de rekening gepresenteerd krijgt lijkt de adviseurs niet te deren.