Nederland heeft er dit jaar 229 nieuwe windmolens bij gekregen met een totaal vermogen van 822 megawatt. De nieuwe windmolens leveren jaarlijks genoeg schone elektriciteit om een stad van 450.000 inwoners van stroom te voorzien. Volgens de Nederlandse WindEnergie Associatie (NWEA) gaat de aanwas van nieuwe turbines echter veel te traag. In het huidige tempo gaat Nederland de doelstellingen uit het Energieakkoord nooit halen, aldus de branchevereniging.
Op land is er dit jaar voor 222 megawatt aan molens geplaatst. Dat is veel minder dan de 406 megawatt van vorig jaar. Op zee werden wel grote stappen gezet, vooral dankzij de oplevering van het Gemini Windpark ten noorden van Friesland. Buitengaats verdrievoudigde het vermogen tot 957 megawatt. In totaal staat er nu voor 4247 megawatt vermogen aan windenergie op land en op zee.
Om te voldoen aan het Energieakkoord zou het vermogen jaarlijks echter moeten toenemen met zo'n 700 megawatt op land en 500 megawatt op zee. Volgens de afspraken moet Nederland 6000 megawatt op land tellen in 2020 en 4450 megawatt op zee in 2023.
Meerdere organisaties wijzen er al langer op dat Nederland meer vaart moet maken met de bouw van windmolens om de doelen uit het in 2013 gesloten Energieakkoord te halen. Knelpunt is volgens de NWEA dat de Rijksoverheid en verschillende provincies te weinig nieuwe turbines mogelijk maken. Provincies leggen nu nog allemaal bovenwettelijke regels op voor windenergie, stelt de brancheclub, die wil dat dit stopt. Om klimaatverandering tegen te gaan roept de NWEA het Rijk op om alle ruimtelijke belemmeringen snel op te lossen.