De afgelopen decennia hebben de aalscholvers in het Naardermeer (NH) het natuurgebied massaal verlaten. Halverwege de jaren tachtig verbleef vijfduizend paar aalscholvers in het gebied, daar zijn nu nog slechts 1075 van over. Dit meldt Andrea Rietbergen die zaterdag 12 mei hoopt af te studeren als IVN-gids waarvoor ze een scriptie over aalscholvers in de regio schreef.
De vogels broeden in kolonie in het Naardermeer. Ze zoeken hun eten echter in diepere wateren, zoals het Markermeer. Dit deel van het IJsselmeer is dusdanig troebel, dat de aalscholvers de vis niet meer goed zien. Vis, vooral brasem, is het enige dat ze op hun menu hebben staan.
Volgens deskundigen is de afname in deze regio geen ramp, aangezien de andere kolonies in het land, waaronder De Ven en Kreupel bij Enkhuizen, juist toenemen. Daarmee blijft de hoeveelheid aalscholvers in ons land gelijk.
Een aalscholver zoekt eten door onder water te duiken. Tot wel twintig meter diep duiken ze naar vis. Dit is mogelijk, omdat er in tegenstelling tot vrijwel alle andere watervogels geen vet op hun vleugels zit. Daardoor is het niet waterdicht en wordt een vissende aalscholver drijfnat. Na het duiken kunnen ze enige tijd niet vliegen vanwege hun natte vleugels. Dan zitten ze in de voor aalscholvers zo karakteristieke houding te drogen in de zon; op een paal of een boom met half gespreide vleugels. In de lucht ziet deze vogel eruit als e en sigaar met vleugels.