Aalscholver: viezerik onder de vogels

Een schoon en fris nest om nakomelingen te krijgen? Nee hoor, dat vindt de aalscholver niet nodig. Een nest bedekt met poep, etensresten of misschien een dood jong van vorig jaar? Ja hoor, daar voelt de aalscholver zich thuis.

Aalscholvers broeden in kolonies vlakbij visrijk water. Het nest is gemaakt van takken, riet, gras en besmeurd met uitwerpselen. Hij heeft zelf totaal geen last van deze viezigheid. Hij bouwt zelfs weleens een nieuw nest bovenop een vies nest van vorig jaar.

Voordat de vogels paren, moet er eerst gebaltst worden. Dit gebeurt op het nest. Het verenkleed van de aalscholver is ondertussen veranderd in een broedkleed. Rond de kop verschijnen witte veertjes en bij de poten ontstaat een witte vlek. Het mannetje probeert indruk te maken op het vrouwtje door druk met zijn hals te zwaaien. Als het vrouwtje hem ziet zitten, legt ze ook haar hals op haar rug.

De plek waar een kolonie broedt, kun je al van ver ruiken. De nestbomen, kleuren wit door al het poep. Vaak overleven de bomen deze overbemesting niet. Op de broedplek overheerst de geur van vis want het zijn slordige eters. Visresten en dode jongen laten ze gerust in het nest liggen.

Maar dan mag de aalscholver nog zo’n viezerik zijn, het blijft wel een mooie, fotogenieke en fascinerende vogel!

Foto: RWilllemsen

Foto: gerkevisser