54 nieuwe soorten
• 04-01-2008
• leestijd 2 minuten
Nieuwe soorten voor de wetenschap vernoemd naar Linnaeus
Onderzoekers van Naturalis beschrijven op 1 januari 2008 maar liefst 54 soorten nieuw voor de wetenschap. Op deze datum is de standaardwijze waarop wetenschappers diersoorten omschrijven, de zogeheten zoölogische nomenclatuur, precies 250 jaar oud. Op 1 januari 1758 verscheen namelijk het grondleggende werk Systema Naturae van Carolus Linnaeus.
In een bijzondere aflevering van het museumtijdschrift Zoölogische Mededelingen publiceren 23 medewerkers en gastmedewerkers van Naturalis beschrijvingen van soorten uit onder meer Vietnam, Malawi, de Democratische Republiek Congo, Suriname, Indonesië en de Filippijnen.
Om de 250ste verjaardag van Linnaeus' ordeningssysteem van de natuur te vieren, zijn vele van de nieuwe soorten vernoemd naar Linnaeus, zoals de libel Asthenocnemis linnaei, de vedermot Agdistis linnaei, de dikkopvlinder Banta linnaei en de spons Agelas linnaei. Andere soorten hebben een naam gekregen die met Linnaeus te maken heeft, zoals de slak Gulella systemanaturae, vernoemd naar het boek, en de libel Mesocnemis saralisa, vernoemd naar Linnaeus vrouw.
De regels voor de naamgeving van nieuwe dieren zijn vastgelegd in de Code voor Zoölogische Nomenclatuur. Wie een nieuwe soort beschrijft, moet deze regels kennen en volgen. Op deze manier blijft de naamgeving overal en altijd stabiel. De belangrijkste leidraad is prioriteit: de oudste naam heeft de oudste rechten.
Sinds Linnaeus' standaardwerk zijn ruim 1,5 miljoen soorten dieren wetenschappelijk beschreven, maar het werkelijk aantal soorten op aarde wordt wel geschat op tien miljoen. Biologen over de gehele wereld werken al 250 jaar aan het volledig in kaart brengen van de grote verscheidenheid aan soorten dieren en planten.
De meesten van deze taxonomen zijn verbonden aan natuurhistorische musea. Naturalis is het grootste Nederlandse instituut op dit gebied met specialisten voor uiteenlopende diergroepen als sponsen, koralen, fossiele slakken, vissen, vlinders en libellen. Onderzoekers van Naturalis verrichten jaarlijks veldwerk in gebieden als Griekenland, Vietnam en Indonesië. Expedities in deze landen resulteren nog steeds in de ontdekking van vele onbeschreven soorten.
Maar ook uit ons eigen land zijn regelmatig nog nieuwe ontdekkingen te melden: zo ontdekte Naturalis-onderzoeker Cees van Achterberg de afgelopen jaren maar liefst zes voorheen onbekende sluipwespen in een bosje in Zuid-Holland.
Het beschrijven van de diversiteit van het leven op aarde beschouwt Naturalis als één van de kerntaken van een natuurhistorisch museum. Als basis voor alle biologisch onderzoek is het noodzakelijk een goede beschrijving te hebben van de soorten. Ecologen, gedragsdeskundigen en natuurbeschermers gebruiken dagelijks de namen die de taxonomen aan dieren en planten hebben gegeven.
Naturalis
wil bovendien inzicht krijgen in de natuurlijke verwantschap van soorten en in de mechanismen die een rol spelen bij het ontstaan van nieuwe soorten.