35.000 knoflookpadjes
• 05-09-2013
• leestijd 2 minuten
In een laatste poging de zeldzame knoflookpad voor ons land te behouden, zijn dit voorjaar duizenden knoflookpaddeneitjes verzameld en opgekweekt in Artis. Eind van de zomer zijn de kleine padjes uitgezet in de natuur.
De knoflookpad is geen echte pad: hij vormt een eigen familie tussen de kikker en de pad in. Hij heeft een gladde huid en is een goede springer. Hij heeft een kenmerkende tekening op z’n rug, in de vorm van een pijl. Ook typisch voor de knoflookpad is de graafknobbel op z’n achterpoot, die hij gebruikt om zich in te graven, wat hij doet als hij verder niet actief is.
En ja, hij ruikt enigszins naar knoflook, vooral bij gevaar.
Het gaat niet goed met de knoflookpad, en het is onduidelijk wat daarvan de reden is, want de omstandigheden zijn inmiddels op diverse plekken best goed. Toch planten ze zich amper voort. Maar waarom niet? Worden de eitjes opgegeten? Worden de larfjes opgegeten? Zijn ze niet sterk genoeg? Stichting
Ravon
, die zich inzet voor de bescherming van reptielen, amfibieën en vissen, weet het niet.
In een laatste reddingspoging heeft
Ravon
dit voorjaar op verschillende plekken eisnoeren van de knoflookpad verzameld en laten opkweken in Artis. Dat leverde maar liefst 35.000 kleine knoflookpadjes op.
Deze padjes zijn aan het eind van de zomer op diverse plekken in Nederland weer uitgezet. Daarbij is er goed op gelet padjes van verschillende vindplekken bij elkaar te zetten, zodat er zo min mogelijk onderlinge familiebanden zijn. Dat levert in de toekomst namelijk genetisch sterkere knoflookpadden op. Pas over tien jaar zal blijken of al dit verse bloed heeft geholpen.
Wokwokwok
Zelf een knoflookpad zien? Dat wordt lastig. Je zult ze nog eerder horen. Bij een plas waarin je knoflookpadden vermoedt, kun je na de schemering het zachte ‘wokwokwok’ van roepende mannetjes horen. Rond middernacht en opmerkelijk genoeg ook rond de klok van twaalf overdag roepen de knoflookpadden luider en vaker.