2008 - jaar van de bunzing
• 22-12-2008
• leestijd 2 minuten
Zoogdiervereniging VZZ verklaarde 2008 tot het jaar van de bunzing. Reden was dat er over de bunzing maar weinig bekend is. Zó weinig, dat niet eens is vast te stellen hoeveel er zijn in Nederland en of het dier wel of niet op de Rode Lijst van beschermde zoogdieren zou moeten staan. Veel van de dieren vinden de dood als verkeersslachtoffer, maar zijn dan wel een welkome informatiebron voor de onderzoekers van de VZZ.
De bunzing (
Mustela putorius
) is een klein behendig roofdier dat behoort tot de familie der marterachtigen (
Mustelidae
). Het is waarschijnlijk de wilde voorvader van de fret.
Kenmerken
Een volwassen exemplaar wordt 29 tot 46 cm lang. Mannetjes zijn groter dan vrouwtjes. Een mannetje heeft een kop-romplengte van 30,5 tot 46 centimeter, een staartlengte van gemiddeld 14 centimeter en een lichaamsgewicht van 502 tot 1522 gram. Een vrouwtje heeft een kop-romplengte van 29 tot 35,5 centimeter, een staartlengte van gemiddeld 12,5 centimeter en een lichaamsgewicht van 442 tot 800 gram.
De bunzing heeft een donkere vacht, met witte oorrandjes, een witte snuit, witte vlekken tussen de oren en ogen en een donker masker. De flanken zijn lichtergekleurd. In de zomer ligt de wollige lichtbruine tot gelige ondervacht grotendeels verborgen onder de donkerkleurige dekharen. In de winter staat deze ondervacht uit waardoor een bunzing er lichter en dikker uitziet. Zomers ziet hij er donkerder uit.
Gedrag
Als het dier in het nauw wordt gebracht spuit het een stinkend melkachtig vocht uit de erwtgrote stinkklieren aan de staartbasis. Dit gebruikt hij ook voor het markeren van zijn territorium. De Latijnse naam
Mustela putorius
betekent dan ook stinkende marter.
De bunzing is een nachtdier, dat overdag in zijn hol verblijft. Hij graaft vaak zijn eigen hol, maar hij kan ook een verlaten konijnenhol innemen of gebruikmaken van een natuurlijke holte tussen de stenen. Het hol wordt bekleed met gras en mos. De bunzing leeft solitair.