Advocaat van de natuur en spreekbuis van het milieu.

Van Darwinvinken tot T-Rex, twee eeuwen Nederlandse natuurhistorie

  •  
25-09-2020
  •  
leestijd 2 minuten
  •  
96 keer bekeken
  •  
Darwinvinken 001

© Naturalis

Het is tweehonderd jaar geleden dat koning Willem I het Rijksmuseum van Natuurlijke Historie stichtte, nu beter bekend als Naturalis. Een museum gevuld met collecties die van heinde en ver samen kwamen te Leiden. Je vindt hier nu de bekende vinken van Darwin en het skelet van een T-Rex.

Uniek herbarium

Ook ligt hier het enige bewaard gebleven herbarium uit de zestiende eeuw dat in de Lage Landen is gemaakt: het Cadé Apothekersherbarium, afkomstig uit 1566 en samengesteld door Petrus Cadé uit Brabant. Het valt op door zijn vorm: geen grote vellen maar een handzaam boek in een perkamenten band met slot, gemaakt om mee te nemen. De eerste verzamelaars van planten waren vaak artsen en apothekers, die medicinale planten meenamen om als voorbeeld voor studenten te dienen. Daarom is het goed mogelijk dat Petrus Cadé een apotheker was.
Cade apothekersherbarium

© Naturalis

Von Siebold

Of de Japanse collectie Philipp Franz von Siebold die werkte als arts in Japan en samen met Heinrich Bürger de enige was die tussen 1823 en 1829 verzamelde in Japan. De collectie die Von Siebold op zijn twee reizen naar Japan bijeenbracht omvat tienduizenden objecten. Het grootste deel van de verzameling van de eerste reis naar Japan bevindt zich in Leiden, waaronder ook een flinke collectie vlinders.
Japanse page, collectie Von Siebold

© Naturalis

Wie wat bewaart

Menno Schilthuizen en Freek Vonk schreven samen een boek ter ere van het tweehonderd jarig bestaan van Naturalis met als titel “ Wie wat bewaart”.
Voor Menno Schilthuizen springt er een Naturalis collectie uit: die van Henk Wolda. Hij deed tussen 1958 en 1971 onderzoek aan de evolutie van tuinslakken aan de RUG. Veel van zijn experimenten deed hij in zijn slakkentuin te Haren waar hij op een eilandje duizenden slakken uit Groningen en Gelderland had losgelaten. De kleuren van de huisjes van tuinslakken zijn erfelijk. Wolda ontdekte dat de kleur van het huisje van belang is voor de overleving: een slak met een donker huisje die zomers in de felle zon zit warmt meer op dan een slak met een bleekgeel huisje. Wolda verhuisde naar Panama en gaf zijn collectie aan Naturalis. Doordat hij zijn vondsten heel nauwkeurig etiketteerde, kon de Poolse slakkenonderzoekster Malgorzata Ozgo in 2010 dezelfde plekken opnieuw bezoeken om te zien of slakken daar in de loop van de tijd lichter waren geworden door de klimaatverandering. En dat was zo, tussen 1967 en 2010 waren ze lichter van kleur geworden. De snelheid waarmee ze geëvolueerd waren, bleek hoog: zo’n 15 kilodarwin (Een kilodarwin is een maat voor de snelheid van evolutionaire verandering). De tuinslakken van Wolda zijn het Nederlandse antwoord op de vinken van Darwin!
tuinslak huisjes

Meer over:

naturalis
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.

Altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws?

Maandag, woensdag en vrijdag versturen wij je alle informatie uit de radio en tv-uitzending en het laatste internetnieuws.