16 februari 2008
• 21-02-2008
• leestijd 4 minuten
Dit bericht omvat onze ervaringen van de derde onderzoeksronde langs de onderzoekslocaties van het Zambia Barn Swallow Project. Deze onderzoeksronde is gemaakt tussen 8 en 29 januari 2008.
Eigenlijk begon deze ronde in Kabwe, waar Symen Deuzeman en Andrea van den Berg als nieuwe helpers en ringers kwamen assisteren. In de vorige brief heb ik daar al melding van gemaakt. In het rietveld bij de dam op de Mafundzalo Ranch in Kabwe waren weinig zwaluwen aanwezig en deze trend zette zich ook op de andere vanglocaties voort. Daar kwam bij dat het waterpeil in de stuwmeren drastisch was toegenomen en het bereiken van de vangplekken zeer bemoeilijkte.
Na Kabwe reden we naar de slaapplaats in Nkanga, bij Choma, in het zuiden van Zambia. Daar waren amper nog zwaluwen aanwezig en het lijkt erop dat deze slaapplaats verlaten wordt. We vingen in vier dagen slechts 25 zwaluwen. We zagen wel in de avond groepen boerenzwaluwen passeren die kennelijk onderweg waren naar een andere slaapplaats, maar we konden niet traceren waar die was, ondanks uitgebreide navraag bij landeigenaren in de wijde omgeving.
Er was hier zo veel regen gevallen dat we via het binnendoorpad de vangplek niet meer konden bereiken en via de hoofdweg en de naburige boerderij onze route moesten omleggen. Dat betekende een omweg van ruim 15 kilometer! Bovendien was er een diepe geul in deze weg ontstaan zodat bij het oversteken hiervan het water over de motorkap van de auto golfde. Bij een poging om de volgende avond toch binnendoor te rijden bleven we in een diep kleigat steken en moest de boer op zondagavond met zijn trekker ons weer uit de bagger trekken.
Vanuit Choma brachten we een tweedaags bezoek aan de Victoria Falls bij Livingstone, een toeristisch uitstapje. De enorme opstuivende wolken van waterdruppels maakte ons drijfnat, maar het was een indrukwekkend gezicht, deze ruim 1 kilometer brede en 100 meter diepe watervallen.
De reis naar de Kasanka slaapplaats duurde 2 dagen, want de afstand bedraagt bijna 1000 km. Nu Symen en Andrea er nog waren om te helpen besloten we hier eerst nog te gaan vangen, hoewel Chisamba eigenlijk aan de beurt was. Kasanka was te moeilijk om dit alleen te doen.
In Kasanka waren ook minder zwaluwen aanwezig. Het lijkt erop alsof er een seizoenspatroon zit in de aantallen boerenzwaluwen. Echter ook de enorme hoeveelheid regen kan een oorzaak van de afname zijn. Eigenlijk zou je een dergelijk onderzoek meerdere jaren moeten doen om deze invloeden beter te kunnen meten.
Het waterpeil was wel iets gezakt, zodat we de laatste dagen met de lieslaarzen hier net de vangplek met droge voeten konden bereiken. Op 21 januari vlogen er net voordat de zwaluwen zouden invallen 149 roodbekwevers in de netten, zodat we die avond slechts 6 boerenzwaluwen konden ringen. De totaalvangst was hier 168 boerenzwaluwen.
Op 24 januari bracht ik Symen en Andrea naar het vliegveld voor de terugreis naar Nederland.
Ik zette de vanginspanningen voort in Chisamba, waar ik van 25 t/m 29 januari verbleef.
Op 26 en 27 januari kreeg ik gezelschap van Lizanne Roxburgh en haar partner Claus die kwamen helpen. Lizanne is de studiebegeleider van Sjoerd en Jacintha en Zambia en is tevens voorzitster van ZOS, de Zambian Ornithological Society. Behalve helpen bij het vangen (ze zijn beide ervaren ringers) maakten we ook afspraken over het geven van presentaties op een aantal scholen die aan het project hadden deelgenomen en het plannen van bezoek van studenten van de universiteit van Lusaka.
Door het stijgende water was de oorspronkelijk vangplek onbereikbaar geworden, zodat we moesten uitwijken naar rietvelden aan de randen van het stuwmeer. Overdag waren er grote aantallen boerenzwaluwen aanwezig die in de landerijen in de omgeving foerageerden. Tegen de avond echter kozen ze rietvelden als slaapplaats die voor ons onbereikbaar waren. De zwaluwen waren niet geinteresseerd in de door ons gekozen vangplekken en vielen in buiten bereik van onze netten.
Op 28 en 29 januari wist ik op de uiterste rand van hun slaapplek nog resp. 42 en 31 boerenzwaluwen te vangen. Als bijvangst kreeg ik nog 65 oeverzwaluwen in de netten. Uiteraard kregen die ook allemaal een ring en werd gewicht en ruiscore vastgelegd. Het was frustrerend te zien dat er voldoende aantallen zwaluwen aanwezig waren maar dat je onvoldoende aantallen kon vangen voor onderzoek. De totaalvangst in Chisamba bedroeg 86 boerenzwaluwen.
Daarna vond ik het tijd voor een korte vakantie. Mijn volgende helpers zouden op 5 februari arriveren, zodat ik besloot 4 dagen naar South Luangwa National Park te gaan, waar ik me in de Kapani Lodge liet verwennen met heerlijke maaltijden en elke dag een morning en evening game drive. Grote delen van het park waren echter onbereikbaar door het hoge water en delen van wegen waren zelfs weggespoeld. Ik genoot van de olifanten, giraffes, zebra’s, impala’s en de talrijke nijlpaarden, maar ook van de vele vogels zoals de boven een waterpoel omlaag turende pels fishing owl, de groenpootruiter die in een plasje aan het vissen was en een krabbetje buitmaakte, de kolonie village weavers die volop aan het nestelen en baltsen waren, en de prachtige doublebanded coursers die deden alsof ze in het lange gras onzichtbaar waren.
Uitgerust en opgefrist ging ik vervolgens naar Kabwe voor de volgende vangsessie.
Bennie van den Brink.