
In verkiezingstijd viert satire hoogtij. Maar hoeveel invloed heeft een politieke grap? Vijf makers van vier satirische tv-programma’s over hun maatschappelijke bereik.

‘Ik denk niet dat ik als comedian invloed heb op het maatschappelijke debat. Wat Dit was het nieuws betreft: dat is eerder humor dan satire. We bespreken de actualiteit, maar op een reflecterende manier. We halen met grappen de spanning van het debat. Volgens mij krijg je pas echt onderwerpen op de agenda als je aan onderzoeksjournalistiek doet op de manier van De avondshow met Arjen Lubach, wat ik een tijdlang heb gedaan met Panache.’
‘In de eerste tien jaar van mijn carrière – toen ik nog jong, wild en aanstormend was – meende ik wel dat ik invloed kon hebben. Zeker voor de Oudejaarsconference van 2007 heb ik enorm mijn best gedaan om iets te zeggen over toenmalig premier Jan Peter Balkenende en de samenleving. Maar rechtstreekse invloed ontbreekt. Als we in Dit was het nieuws erin slagen een lach te wringen uit het conflict tussen Israël en Hamas, dan heeft dat effect, maar er valt geen slachtoffer meer of minder door. Tegen de schenen aan blijven schoppen, dat is het hoogst haalbare. De ware invloed van humor zit hem in het brengen van lichtheid.’
‘We gaan deze verkiezingscampagne geen lijsttrekkers uitnodigen in Dit was het nieuws. We hebben met politici slechte ervaringen gehad. Als ze bij ons op bezoek kwamen, waren ze te gemediatraind, niet ontspannen. Extreem saaie uitzendingen waren het. Ik heb jaren terug eens bij Humberto (Tan, in diens talkshow op RTL, red.) een soort mini-roast gedaan over Mark Rutte, die in de studio zat. Die is viraal gegaan omdat Rutte tot tranen toe moest lachen, en ik durf wel te zeggen dat dat voor hem op dat moment (in aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen van 2017, red.) heel prettig was.
In België, waar ik woon, werkt politieke satire anders. Daar heb ik me op verkeken bij Jan Jaap op zondag (de satirische latenightshow die Van der Wal eerder dit jaar maakte voor de commerciële zender Play4, red.). Als ik een onderwerp uitdiepte à la Arjen Lubach of John Oliver in Amerika en het was iets wat mensen niet zo interesseerde, dan kon het ze ook meteen helemáál niet schelen. Er is hier geen Van Kooten en De Bie-achtige traditie. Alleen over gekke incidentjes worden grappen gemaakt, niet over beleid. De afkeer van de politiek is zo groot, dat mensen denken: laat maar zitten. Maar 2024 wordt voor België een groot verkiezingsjaar, dus vanaf februari ga ik de theaters in met een verkiezingsconference.’

‘Satire heeft per definitie invloed op het politieke debat. Als maker draag je bij aan de beeldvorming, bijvoorbeeld door het uitvergroten of juist tegenspreken van clichés of sentimenten. Vorig jaar waren we op het congres van de VVD, waar we aan partijleden vroegen: hoe komt het dat het zó goed gaat in Nederland? Door die ironie legden we een bepaald sentiment in de samenleving bloot, namelijk dat VVD’ers niet doorhebben hoeveel ontevredenheid er heerst.’
‘We letten erop dat we niet alleen afgeven op één bepaalde partij. Voor het nieuwe seizoen hebben we al gefilmd op de partijcongressen van D66, PvdA-GL en CDA en waren overal net zo kritisch. Elke partij heeft een achilleshiel: zaken waar ze mee worstelt of die niet goed doordacht zijn. Het is je taak als satiricus om daarop in te zoomen, ongeacht de politieke kleur en ondanks je eigen morele kompas. Daarbij pak ik liever het beleid aan dan de persoon. Met een politicus als Thierry Baudet van Forum voor Democratie doen we eigenlijk niks. Wat valt daar nog te halen? Baudet is zelf al een parodie. Of we weleens satire maken om het stemgedrag van kiezers te beïnvloeden? Daar zou ik me ongemakkelijk bij voelen.
‘Voor de allereerste aflevering van Plakshot, midden in de coronapandemie, hadden we een drillrap gemaakt waarmee de overheid zogenaamd de Nederlandse burger aanmoedigde om zich te laten vaccineren. Veel mensen in de anti-vax-gemeenschap waren daar woest over. De rap leidde zelfs tot Kamervragen van Pepijn van Houwelingen, van Forum. Ik laat me er niet van weerhouden iets te maken vanwege bepaalde sympathieën uit delen van de samenleving. Maar misschien is het voor mij makkelijk praten, want ik ben nooit bedreigd.’
‘Het spel tussen satire en politiek werkt twee kanten op. Of eigenlijk drie. De politiek reikt dingen aan waar je wat mee kan, politici bepalen mede welke thema’s er spelen in de maatschappij en de maatschappij bepaalt op haar beurt waar politici over praten. Dat is de driehoek. Bij Plakshot vragen we ons af: wat vinden we eigenlijk van al die dingen? En in welke satirische vorm kunnen we onze mening gieten? Daarbij is het belangrijk om onafhankelijk te zijn – wat overigens niet het- zelfde is als neutraal.’
Lees de stukken van Janine Abbring, Dennis van de Ven en Peter Pannekoek in VARAgids 45 vanaf pagina 20.
Ontvang elke werkdag de beste kijktips met de Avondeditie-nieuwsbrief