Podcast van de week: De goudschat van Serooskerke

In 1966 doen drie boeren in Serooskerke een miraculeuze vondst tijdens de preioogst: het drietal stuit op gouden munten. In de dagen die volgen zijn de ogen gericht op het Zeeuwse dorp, waar de boeren meer dan duizend eeuwenoude gouden munten uit de grond halen.

In De goudschat van Serooskerke duiken Ieke Schout en Lieke Malcorps in de geschiedenis van de grootste goudvondst uit de Nederlandse geschiedenis. Ze onderzoeken wat er gebeurd is met de schat uit de grond, en hoeveel het de vinders daadwerkelijk opleverde - én hoe de gemeente Serooskerke met het geld een zwembad bouwde.

Maar naast de nasleep van de goudvondst, gaan de verslaggevers ook op zoek naar de voorgeschiedenis ervan. Want hoe komt het eigenlijk dat iemand zoveel muntstukken onder de grond verstopte, om ze nooit meer op te graven? Het leidt tot een geschiedenisles over de Republiek ten tijde van de Tachtigjarige Oorlog.  

De goudschat van Serooskerke opent met een samenvatting van Schateiland , het legendarische jongensboek van Robert Louis Stevenson uit de 19e eeuw. En hoewel de Zeeuwse schat ook voelt als een verhaal uit zo’n jongensboek, brengen Schout en Malcorps ook feilloos de echte omstandigheden rond de vondst in beeld.