Logo VARAgids
Alles over tv, series, films en podcasts

Manny Lutjes uit Drenthe

14-04-2025
  •  
leestijd 5 minuten
  •  
774 keer bekeken
  •  
Manny Rutjes

© Frank Ruiter

In aanloop naar het honderdjarig bestaan van de VARA vertellen trouwe abonnees van de VARAgids over het rode nest waarin ze zijn opgegroeid. Deel zes: Manny Lutjes uit Drenthe.

‘Welkom in Nieuw-Buinen.’ Terwijl Manny Lutjes (81) ons voorgaat naar de woonkamer, constateert ze dat het zonnetje aan de hemel, hoewel een tikje waterig, het huis aangenaam verlicht. Ze kondigt aan koffie te zetten en wijst ons een plek op de bank. Zelf neemt Lutjes plaats in een fauteuil bij de open haard, waarin ze zich nestelt alsof ze nooit iets anders gedaan heeft. Dat is ook zo, in zekere zin. Hier, in het noordoosten van Drenthe, tegen de grens met Groningen, ligt haar leven. In Nieuw-Buinen werd ze geboren, in het oorlogsjaar 1943. Het lintdorp is in de negentiende eeuw ontstaan langs een zijtak van het Stadskanaal, gegraven om het omliggende gebied te ontginnen ten behoeve van turf. De vertakking is inmiddels gedempt en in een straat veranderd, maar in Lutjes’ jeugd reikte de waterweg nog tot aan de horizon. We bevinden ons in de voormalige Veenkoloniën.

Vader stamde uit Nieuw-Buinen, moeder uit ’s-Gravesande. Ze hadden elkaar in Zuid-Holland ontmoet, waar hij zijn militaire dienst uitzat. Na de geboorte van Manny betrokken ze in zijn Drentse dorp een achterkamer met eigen ingang. Haar vader verdiende zijn geld aanvankelijk zoals zovelen, vertelt Lutjes. ‘Mijn opa was in het veen en mijn vader was ook in het veen. Als het werk dichtbij lag, gingen ze heen en weer op de fiets, of lopend. Lag het verder weg, dan moesten ze overnachten in een plaggenhut.’ Al snel ging haar vader zich met machines bezighouden, want ook in de veenderijen rukte de mechanisatie op. Toen turf als brandstof uit de gratie raakte, vond hij net als veel andere landarbeiders werk in de glasfabrieken van Nieuw-Buinen. Hij schopte het tot de machinekamer. ‘Mijn ouders hebben zich ontworsteld aan het allerlaagste.’

Op de fabriek zette haar vader, lid van de vakbond, zich in voor de arbeidsomstandigheden van zijn collega’s. De glasblazers deden zwaar werk, de inpakkers waren vrijwel allemaal vrouwen. ‘Hij was altijd bezig om te zorgen dat iedereen zijn recht kreeg, dat de lonen goed waren.’ Lutjes noemt haar vader ‘zo rood als je maar zijn kon,’ maar toch was hij geen lid van de Partij van de Arbeid. En dat terwijl de sociaaldemocraten Willem Drees in huis hadden, vanaf 1948 premier en een politicus die de wederopbouw van Nederland voortvarend aanpakte. ‘Hij durfde dat gewoon niet,’ verklaart Lutjes. ‘Net als zovelen was hij bang dat hij erop aangekeken werd.’ Het klassenverschil zat in Drenthe diep ingebakken, wil ze maar zeggen. ‘Menigeen werkte op het land. En als een boer een echte VVD’er was, dan wou hij een rooie niet hebben.’ Lutjes zou zich later bij de PvdA aansluiten, haar vader nooit.

Het was zo’n gezin met de VARAgids en Het Vrije Volk. Aan de keukentafel klonken geen politieke discussies: het socialisme hield eerder een levensstijl in dan een doctrine. ‘Die ideeën waren gewoon gewóón.’ Op school merkte ze af en toe dat ze van anderen verschilde. ‘De boerenkinderen in de klas mochten bij ons thuis komen spelen, maar als ik met een boerenmeisje mee naar huis ging, dan kwam ik er niet in.’ Op de Dag van de Arbeid maakte het gezin een bijzondere reis. Als een van de weinigen in de buurt bezat haar vader een autootje, waaraan hij dikwijls sleutelde. ‘“Hij lag er vaker onder dan dat hij erin zat,” zou mijn moeder zeggen.’ In het wagentje legden ze de 130 kilometer af naar Vierhouten, op de Veluwe. Daar lag de Paasheuvel, het kampeerterrein van arbeidersjeugdcentrale AJC, waar socialistisch Nederland bij elkaar kwam voor een 1 mei-viering. Een van de kamphuizen droeg de naam Het Rode Nest en er lag ook een openluchttheater waar helden uit de VARA-stal optraden, zoals de komiek Dorus. Of Lutjes zulke sterren gezien heeft, weet ze niet meer. ‘Zal ik nou een kopje koffie zetten? Of wil je wat anders?’

Aan de koffie vertelt Lutjes over haar tienerjaren, waarin ze naar de HBS in Stadskanaal ging, net over de grens in Groningen. Bijzonder, voor een meisje uit een arbeidersmilieu. Ze werd er naar eigen zeggen weggepest. ‘In Stadskanaal had je best veel winkels, en die meiden daar dachten dat ze meer waard waren dan iemand uit een dorp.’ Ze ging aan het werk op kantoor: eerst bij een groothandel in textiel, later bij een scholengemeenschap. Toen haar vader voor de vakbond een dienst opzette die leden hielp met de belastingaangifte, deed zij mee. 52 jaar lang heeft Lutjes voor jan en alleman gratis de belastingformulieren ingevuld, tot twee jaar geleden nog.

Op 17-jarige leeftijd kreeg ze verkering met Diewer. Ze kende hem uit dancing D’Olde Hof in Gasselte, waar de jeugd uit de omgeving ging dansen. Ook Diewer kwam uit een rood nest. Hij werkte in de bouw, wat goed uitkwam toen haar gezin verhuisde naar Musselkanaal, waar een voormalig café diende te worden vertimmerd tot woonhuis. Ze trouwden. Kort na de geboorte van hun zoon – een dochter zou volgen – kreeg Diewer op het werk een ongeluk aan zijn rechterhand. Slechts duim en pink bleven over. ‘Hij heeft altijd gedaan of hij niks mankeerde,’ zegt Lutjes. ‘Hij tenniste ermee, hij golfde ermee, hij timmerde ermee.’ Bijna zestig jaar waren ze getrouwd. Ze krijgt tranen in haar ogen wanneer ze over hem spreekt. Aan het eind van het gesprek vraagt ze ons iets uit de hal te halen. Het is een zwart-witfoto van Diewers afscheidswedstrijd bij de plaatselijke voetbalclub, V.V. Nieuw-Buinen, begin jaren 80. Hij keepte jarenlang in het eerste elftal, ondanks die rechterhand. Zijn laatste partij was een oefenpotje tegen het Ajax van Johan Cruijff. Verloren met 2–9, maar wat zou het. Diewer overleed vorig jaar, vrij plotseling. Lutjes verhaalt van de uitvaartceremonie, waar werd benoemd hoezeer deze afstammelingen van landarbeiders de maatschappelijke ladder hebben weten te beklimmen. Ze herhaalt de woorden die hun zoon, afgestudeerd econoom, sprak tijdens zijn speech: ‘Wat zijn wij ver gekomen, met de hele familie.’

De VARA is in november 2025 een eeuw oud. Om dat te vieren, vertellen trouwe abonnees van de VARAgids over het rooie nest waarin ze zijn opgegroeid – twaalf maanden lang, steeds uit een andere provincie. Alle verhalen uit deze reeks op varagids.nl/100jaar

Dit artikel komt uit VARAgids 16, 2025.

Delen:

Praat mee

Onze spelregels.

0/1500 Tekens
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.

Altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws?

Ontvang elke werkdag de beste kijktips met de Avondeditie-nieuwsbrief

BNNVARA LogoWij zijn voor