
© Lin Woldendorp
Aan de vooravond van het honderdjarig bestaan van BNNVARA: in gesprek met algemeen directeur Lonneke van der Zee en contentdirecteur Suzanne Kunzeler. Over het verleden en de toekomst van de omroep, bezuinigingen en Tim de Wit. En over NPO Start.
De VARA werd bijna honderd jaar geleden opgericht. Ik heb de oude statuten er even bijgehaald: ‘De vereniging stelt zich ten doel de belangstelling op te wekken voor de radio-telefonie en -telegrafie bij de arbeiders’ staat er. En dat de VARA hen ‘nuttig en aangenaam wil bezighouden’. Het gaat de oprichters ook om de verspreiding van ‘de beginselen van de Nederlandse arbeidersbeweging.’ Zie of hoor je dat nog terug, na honderd jaar? Suzanne Kunzeler: Bijzonder dat het toen al ook aangenaam moest zijn. Niet alléén het nuttige. Het nuttige met het aangename – zo doen we dat nog steeds!
Ja? Is dit nog steeds herkenbaar in de BNNVARA-programmering? Lonneke van der Zee: Zeker. De verheffing, het vermaak: het zit er nog altijd in. SK: Je ziet dat bijvoorbeeld bij Even tot hier, of 2 voor 12. Dat is vermaak, maar dat gaat ook echt ergens over.
We zijn bijna honderd jaar verder en een nieuwe verandering van de NPO staat op stapel: de komst van vijf ‘omroephuizen’ waar omroepen in ondergebracht worden. De gedachte daarachter: minder omroepen die met elkaar vergaderen en elkaar beconcurreren, maar vijf omroephuizen die met de NPO de programmering samenstellen. De plannen zijn een halfjaar geleden door jullie gepresenteerd voor het BNNVARA-personeel. Hoe staat het daar nu mee? LZ: Het kabinet is gevallen, waardoor er weer veel onzeker is. Daarom hebben we een oproep aan Den Haag gedaan om wel door te gaan met de hervorming van het bestel. Het móet gewoon anders. Omroepen moeten meer autonomie krijgen, ze moeten een grotere verantwoordelijkheid krijgen om de doelstellingen van de publieke omroep als geheel te bereiken. Dat kan alleen met minder omroepen, waardoor de coördinerende taak van de NPO ook lichter kan.
Hoe komt zo’n oproep aan de politiek tot stand? Moeten jullie daar dan eindeloos over vergaderen met jullie collegadirecteuren? LZ: Nee, daar waren we snel uit. SK: Maar dit is wel precies waarom het anders moet. Omdat er nu zoveel omroepen zijn, die allemaal iets vinden – wij ook. Het is niet meer te doen. De budgetten worden kleiner, dat moet dan allemaal verdeeld worden. We hebben als publieke omroep een belangrijke rol binnen de democratie, dat brengt verantwoordelijkheid met zich mee.
Wat merken jullie zelf van die onbestuurbaarheid? SK: Veel en langdurig overleg, aan grote vergadertafels. De besluitvaardigheid neemt af, de slagkracht verdwijnt.
In jullie eerste presentatie van die Omroephuisplannen zagen we een links-georiënteerd huis, waarin BNNVARA samen in één huis woont met Omroep Zwart, de VPRO en Human. Hoe kijken die omroepen er tegenaan? Vanuit de VPRO merk ik daar namelijk weinig enthousiasme over. LZ: Wij voeren met alle omroepen het gesprek over samenwerking, ook met de VPRO. De Minister heeft een brief opgesteld met de kaders van die samenwerking. Daarin heeft hij het over ‘inhoudelijke verwantschap’, waarbij hij begrippen gebruikt als ‘maatschappijbeeld’, ‘missie’ en ‘identiteit’. BNNVARA is op al die punten nauw verwant met VPRO, HUMAN en Omroep Zwart. SK: Het is ook logisch om omroeppartners bij elkaar te zetten die eenzelfde wereldbeeld met elkaar delen. Binnen het omroephuis moeten de verschillende geluiden, van de verschillende omroepen, zichtbaar blijven. Het is zeker niet de bedoeling dat we de verschillende omroepmerken fuseren. Maar in de organisatie, in die hele vergadercultuur, kun je dan wel met één stem praten.
Wat is de status van de bezuinigingen op de NPO die het kabinet Schoof had ingeboekt? LZ: Bij die oproep om door te gaan met de hervormingen, vroegen we de politiek ook om de bezuinigingen te heroverwegen. Door nu zo fors te bezuinigingen raak je de programmering onevenredig hard. En als je dan toch wil bezuinigen, doe dat dan in hetzelfde tempo als de hervormingen. Zodat je de bezuinigingen deels kunt opvangen door anders samen te werken.
De eerste bezuinigingen gaan volgend jaar sowieso door, 20 miljoen eraf. Hoe wordt dit dan in Hilversum georganiseerd? Wie beslist wat? SK: De omroepen en de NPO hebben onderzocht wat ze zelf kunnen, wij hebben vooral ook gekeken naar waar het het minste pijn doet voor de kijker. Dat kan bijvoorbeeld door minder afleveringen te maken van bestaande titels. Bij ons gaat dat om Van Roosmalen & Groenteman en First dates. Maar bij de bezuinigingsronde na 2026, waar de bedragen veel groter zijn, dan kan dat niet meer. Dan grijpt het dieper in de programmering. Het idee is dan dat omroepen meer naar de samenhang kijken, naar welke doelgroepen we willen bereiken en wat we overeind willen houden. De publieke omroep bereikt nu bovenmatig veel oudere mensen. BNNVARA bereikt ook jonge mensen, dat willen we ook behouden. Het is een ingewikkelde puzzel.
Van Roosmalen & Groenteman en First dates leveren afleveringen in. Plus nog één BNNVARA-titel, las ik. Welk programma? SK: Dat is nog niet bekend. We starten in het najaar met een aantal nieuwe titels waar we veel vertrouwen in hebben, maar waarvan we ook nog niet weten hoe succesvol deze zullen zijn. We bekijken dit najaar, met de NPO, welke bestaande of nieuwe titel een nieuw seizoen krijgt – wat dan ook betekent dat we met een titel zullen stoppen.
Lees verder in VARAgids 26. Vanaf dinsdag 24 juni 2025 op de mat, in de winkel en in de app. Nog geen abonnee?
Ontvang elke werkdag de beste kijktips met de Avondeditie-nieuwsbrief