Logo VARAgids
De VARAgids online heeft uitgelichte artikelen, allerlei winacties, podcasts en het tv-overzicht.

Interview met Hugo Logtenberg

25-07-2022
  •  
leestijd 3 minuten
  •  
2419 keer bekeken
  •  
Prepr_artikel
Door Ronald Giphart

Nog geen twaalf uur voor dit gesprek had jij jouw laatste uitzending bij Op1. Ik voel me een beetje als een verslaggever die een wielrenner of een marathonloper opwacht bij streep.
Je wilt weten wat er door me heen gaat?

Even had ik de indruk dat je bij je afscheid ontroerd was.
Nou, dat kwam door een item daarvoor: een live gezongen nummer van zangeres S10 en BLØF over het thema gemis. Ik zat een meter van Wouter de Vries, de broer van de vermoorde Peter R. de Vries, en ik zag zijn emotie. Dat raakte me, maar dat had niet met mijn eigen afscheid te maken.

In de voorbereiding op dit gesprek kon ik over jouw privéleven opmerkelijk weinig vinden.
Ik geef bijna nooit interviews, want ik vind dat een journalist die moet afnemen en niet geven. Maar goed, als je iets op televisie doet of je hebt een boek geschreven, begrijp ik dat je er soms aan moet geloven.

Ik vond een paar sites over BN’ers met de vraag ‘of Hugo Logtenberg een vriendin heeft’.
Boulevard belde een tijdje geleden om te checken of ik een partner had, een hilarisch dieptepunt. Kennelijk vinden mensen dat belangrijk om te weten. Ik heb twee regels: ik zeg nooit iets over mijn politieke voorkeur en nooit iets over mijn kinderen. 

Ah, dus je hebt kinderen.
Drie fantastische pubers, maar ik wil hen in alle vrijheid laten opgroei-en een onbezorgde kindertijd gunnen.

Mag ik het wel hebben over jouw eigen kindertijd? Je bent opgegroeid in Saasveld, een kerkdorpje in Twente.
Als zoon van de plaatselijke dierenarts en dat is van grote invloed op me geweest. Mijn moeder stopte met haar baan als onderwijzeres toen mijn oudste zus werd geboren. Dat was echt iets van die genera-tie, voor mijn moeder reden om mijn drie zussen te stimuleren te gaan studeren. Mijn vader was een klassiek voorbeeld van de verheffingsgedachte. De hoofdmees-ter uit het dorp noemde hem een wiesnutte, Sallands voor iemand die kan nadenken. Op zijn aanraden is mijn vader gaan studeren, als eerste uit de familie. In zijn studententijd in Utrecht ontmoette mijn vader mijn moeder, ook een boerendochter, waarna ze neerstreken in Saasveld. Dat heeft mij gevormd: ik ben opgegroeid op het platteland. ‘Hardwerken is het minste dat je kunt doen’, zei mijn vader altijd.

Heb je zelf ambities gehad om dierenarts worden?
In veel artsengezinnen zie je dat kinderen het beroep van hun ouders overnemen. De boeren vroegen het vroeger ook aan mij, in plat dialect: ‘Willmook dokter wordn?’ Het was natuurlijk een prachtig romantisch idee, zeker in zo’n landelijk gebied met schapen en koeien, maar het beroep had niet mijn interesse en ook niet die van mijn zussen. En ik dacht toen nog dat ik profvoetballer kon worden. Ik speelde bij de club van Woutje Weghorst, NEO, oftewel Nomen Est Omen, verbasterd tot Nederlaag En Overwinnen. Ik was een rechtsbenige, nogal trage verdediger met een goeie pass. Toen ik later in mijn Amsterdamse studententijd op heel slechte velden ging voetballen, zeiden mijn medespelers in plat Mokums: ‘He, wil je bai Schiphol werken of so?’ Zulke lange ballen gaf ik.

Je doet deze typetjes goed na! In een van de weinige stukken las ik dat je na je eindexamen hebt getwijfeld over de toneelschool.
Een van mijn zussen was bevriend met de zus van Jacob Derwig. Zodoende kwam ik terecht op een introductiedag van de Arnhemse Toneelschool. Ik kwam erachter dat absurdistisch toneel me echt niet lag. ‘Doe eens een appel na’, zei een docent. Ik was letterlijk uit de Twentse klei getrokken en wist niet wat ik moest doen. De docent ging verder: ‘Oké, doe dan maar een naaldhak.’

Hoe ben je in de journalistiek verzeild geraakt?
Mijn jongste zus, die heel veel las, gaf me op de middelbare school een boek van de Poolse reisschrijver Ryszard Kapuscinski, waanzinnig goed geschreven en echt meeslepend. Kapuscinski was bij bijna alle grote wereldgebeurtenissen aan­wezig. Toen ik later studeerde aan de UvA verscheen er een spraakmakende biografie waarin duidelijk werd dat hij behoorlijk veel uit zijn duim had gezogen en ook had gewerkt voor de Poolse geheime dienst. Ik vond dat zo ontluisterend. En helemaal dat ik niet één keer had getwijfeld aan al zijn prachtige reisverha­len. Deze anekdote gebruik ik ook voor studenten nog vaak als voorbeeld: wees je bewust van je eigen blinde vlekken. Blijf kri­tisch. Koester altijd een gezonde achterdocht.

Lees verder in de VARAgids 31 vanaf bladzijde 8.

Meer over:

#artikelen
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.

Altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws?

Ontvang elke werkdag de beste kijktips met de Avondeditie-nieuwsbrief