Finding Michael: deels spannende thriller; deels rechttoe rechtaan reportage

Foto credit: Hulu / Discovery

Michael Matthews beklimt in 1999 de Mount Everest. Op de terugweg overlijdt hij, naar verluidt in de buurt van kamp IV, op een hoogte van 7906 meter. Zijn lichaam is nooit gevonden. Maar Matthews broer Spencer, een Britse televisiepersoonlijkheid, wordt in 2017 geattendeerd op een foto van een stoffelijk overschot in de sneeuw op de beroemde berg. Zou dat Michael zijn? Het bloed kruipt waar het niet gaan kan en zodoende registreert televisiemaker Tom Beard in Finding Michael hoe Spencer op zoek gaat naar zijn broer. Met hulp van drones en een groep sherpa’s begint de zoektocht.

Zoeken op grote hoogte blijkt echter, net als het bedwingen van de berg, een flinke beproeving. Het middenstuk van de film laat zich omschrijven als een soort thriller, waarbij je als kijker telkens denkt: ja, nu hebben ze hem. Nee, nu. Want de Mount Everest ligt bezaaid met overleden bergbeklimmers. Dat schijnt ook de reden te zijn waarom Finding Michael niet op de vooraf aangekondigde premièredatum (3 maart) verscheen: vanwege beelden van die lijken. Wie zijn televisie op de film afstemt krijgt dan ook een waarschuwing in beeld: let op, er volgen verontrustende beelden. Hoewel er eigenlijk, en misschien is dat wel gewijzigd in de montage, niets valt te zien.

Naast het spannende middenstuk is Finding Michael vooral een reportage, waarin de olifant in de kamer niet echt wordt geadresseerd: waarom sherpa’s hun leven wagen voor de luxehobby van een groep geprivilegieerde westerlingen. Dat irriteert omdat Michael telkens wordt neergezet als ‘superheld’ en eerbaar persoon. Spencer wil dat iedereen van het bestaan van zijn broer afweet, waardoor Michael ook niet per se een symbool wordt voor al die andere mensen die hun leven op de berg verloren. Het blijft in die zin, naast Spencers persoonlijke, louterende tocht, vrij onduidelijk wat verder de crux van de film is.