Film van de week: Baby driver

Als je de drie kwartier aan making of-beelden op de blu ray van Baby driver zou kijken zonder eerst de film te zien, zou je je toch even op je hoofd krabben. Daar zie je iemand met een microfoon de maat aangeven (one, two three) terwijl de acteurs bezig zijn aan de openingsscène en alleen maar de straat oversteken.

Die openingsscène van Baby driver is er een om in te lijsten. Een rode Subaru WRX rijdt je beeld in en stopt aan de overkant van een bankgebouw. De jongen achter het stuur (de bezonnebrilde hoofdrolspeler Ansel Elgort, bekend van The fault in our stars en volgend jaar te zien in een nieuwe versie van West side story van Steven Spielberg) pakt zijn iPod erbij en het intro klinkt van het nummer Bellbottoms van het midden jaren 90 populaire alternatieve gitaartrio Jon Spencer Blues Explosion. Meteen krijg je het gevoel dat deze actiefilm anders is. Het start en stop-intro van de song aan het begin dirigeert de montage en precies op het moment dat het nummer echt begint, stappen de drie andere inzittenden uit en lopen naar de achterbak. Op de maat van de muziek halen ze hun wapens eruit en lopen ze met zijn drieën naast elkaar langzaam naar de plek waar wat te halen valt. Als ze de bank binnen zijn, stopt de muziek weer.

Dan zijn we terug bij de jongen (het is echt nog een jonge knul) achter het stuur. Deze verliest zich geheel in het wederom startende nummer. Hij playbackt met een fles als microfoon, trommelt op het stuur, op zijn hoofd en aan de buitenkant op het portier. Als je naast hem bij het verkeerslicht zou staan, zou je misschien een tikje gegeneerd wegkijken, maar nu blijf je gefascineerd hangen. Als het nummer is stilgevallen en weer opbouwt, komen de overvallers teruggerend en zien we waarom juist hij achter het stuur zit. Er volgt een werkelijk woeste achtervolging door de stad en over snelwegen vol autoballet en grote blikschade bij de achtervolgende politie. En nog altijd volgens de wendingen in de muziek van Bellbottoms.

Lees verder in VARAgids 41 vanaf pagina 36.