Ook Spanje heeft haar zwarte bladzijden, getuige deze documentairereeks.
Op 13 november 1992 werden drie meisjes – Miriam, Toñi en Desirée – verkracht, gemarteld en vermoord, nabij een dorpje onder het Spaanse Valencia. Het was een gruwelijke gebeurtenis die Spanje in haar greep hield. Deze vijfdelige documentairereeks is een hervertelling van toen, gebaseerd op onderzoek in het nu. De zaak leeft nog steeds op het Iberische schiereiland, vooral omdat een van de veroordeelde daders in 2013 vrijkwam vanwege Europese wetgeving, en omdat er een vermoeden bestaat dat een andere dader wist te ontkomen, en nu woonachtig is in zijn thuisland Brazilië.
El caso Alcàsser is vooral een hervertelling van de chaos die ontstond in de jaren negentig, toen de meisjes werden vermist. Het is helaas niet het geval dat de makers bijna dertig jaar na dato op sublieme wijze verklaringen hebben gevonden, of motieven, voor de moorden. Wat vooral ontluisterend is aan de documentaire is de wijze waarop de media en de politie ermee omsprongen: een moeder van een van de slachtoffers zag op een gegeven moment foto’s van de sectie van haar dochter op televisie. Een journalist schreef een suggestief boek over de zaak en opende een stichting waar hij ‘bakken geld’ mee binnenhaalde.
Spanje heeft een pijnlijke en moeizame relatie met verkrachtingszaken, dat staat buiten kijf. In 2017 werd de zogeheten ‘Wolf Pack’ vrijgesproken: een groep jonge mannen die een groepsverkrachting met elkaar deelden op WhatsApp. Dat is in deze documentaire de link met het heden: dat sommige Spaanse mannen nog steeds lichtzinnig denken over het seksueel molesteren van een vrouw. Niettemin voelt deze verbintenis, over gendergerelateerde misdaad, ietwat goedkoop aan. Alsof de makers naarstig zochten naar een wijze waarop ze hun project konden actualiseren. Omdat de zaak Alcàsser niet heeft geleid tot een bevredigende oplossing.
El caso Alcàsser S01, vanaf 14 juni 2019 op Netflix