De 71ste Emmy Awards: triomf voor Phoebe Waller-Bridge

Foto credit: Frederic J. Brown/AFP/Getty Images.

Het is hommeles tussen televisiescenaristen in Hollywood en hun vertegenwoordigers. Een oud contract dat dateert uit 1976 is verlopen, en nieuwe onderhandelingen tussen de partijen lopen telkens spaak. Dat heeft er alles mee te maken dat de salarissen van veel schrijvers niet zijn meegestegen met de grote vraag naar nieuwe televisieseries, de afgelopen jaren. En het idee leeft dat de zaakwaarnemers die namens schrijvers moeten onderhandelen, zich vooral focussen op hun eigen portemonnee. Dús bedankten veel scenaristen die tijdens de Emmy’s een trofee wonnen hun agent niet.

Deze malheur had overigens niet een ellendige avond tot gevolg, er viel gelukkig genoeg te vieren. Peter Dinklage, Tyrion Lannister uit Game of Thrones , won voor zijn vertolking van 'The Imp' zijn vierde (!) Emmy. De fantasiereeks won eveneens de award voor beste drama, en sleepte in totaal 12 Emmy’s binnen, van de 32 nominaties. Hoewel de rest van de cast, op Dinklage na, niet in de prijzen viel – de concurrentie was groot. In zijn dankspeech merkte de getalenteerde acteur op hoezeer hij een ‘een bevoorrecht mens’ is. Hopelijk zal zijn naam niet tot in den treure verbonden zijn met Game of Thrones.

Waar Dinklage’ overwinning geenszins een verrassing was, hadden veel critici niet kunnen bevroeden dat Fleabag – en Phoebe Waller-Bridge, de showrunner – feestelijk bekroond zou worden. Waller-Bridge won beste actrice én beste scenario (en kon het amper geloven, getuige haar ‘oh my God’). Fleabag won ook voor beste regie. Én Jodie Comer, die samen met Sandra Oh excelleert in Killing Eve (óók het geesteskind van Waller-Bridge), won beste actrice. Waller-Bridge heeft zich derhalve definitief gevestigd, en Hollywood kan niet meer om haar heen.

Ook saillant is dat Waller-Bridge in diverse categorieën titels als Veep , Barry en Russian Doll versloeg. Want in de komediecontreien was het zwoegen dit jaar, met een immens aanbod; en met innovatieve televisie (zoals Russian Doll).

Daarnaast waren er ook markante noemenswaardige winnaars. Zoals Bandersnatch , de Black Mirror-film: de interactieve creatie van Charlie Brooker – die ondergetekende een beetje kleurloos vond – won van Deadwood: The Movie. David Milch, de showrunner van Deadwood, werd in de jaren dat de televisieserie werd uitgezonden (2004-2006) ook al steevast ‘gesnubbed’ door de Emmy’s.

Chernobyl , een van de indringende televisiesensaties van 2019, was wel een terechte winnaar. De serie over de explosie van de kernreactor in Oekraïne in 1985 won de prijs voor beste miniserie en beste regie van een dramatische miniserie. De HBO-serie won van Netflix-concurrent When They See Us , waar vooraf ook een en ander van werd verwacht.

Verder viel de discrepantie op tussen vrouwelijk en mannelijk acteertalent. Waar Jodie Comer streed tegen waardige contenders als Sandra Oh, Viola Davis (How to Get Away with Murder), Emilia Clarke (Game of Thrones) en Robin Wright ( House of Cards ), was het aanbod aan mannelijke zijde een beetje karig. Billy Porter won de prijs voor beste mannelijke acteur in een drama voor zijn rol als Pray Tell in Pose. Zijn rivalen waren Jason Bateman ( Ozark ), Kit Harington (Game of Thrones) en Bob Odenkirk ( Better Call Saul ), niet per se zo’n imposante lijst als bij de dames.

En over dames gesproken: Amy Adams én Patricia Clarkson uit Sharp Objects hadden meer verdiend. Maar dat ze met lege handen naar huis gaan is exemplarisch voor dit tijdperk van ‘ peak tv ’. Oftewel: er is zoveel goeds te zien dat je soms door de bomen het video on demand-bos niet meer kan zien.

Beste komedie: Fleabag
Beste drama: Game of Thrones
Beste miniserie: Chernobyl
Beste televisiefilm: Bandersnatch
Beste acteur in een komedieserie: Bill Hader (Barry)
Beste actrice in een komedieserie: Phoebe Waller-Bridge (Fleabag)
Beste acteur in een miniserie: Jharrel Jerome (When They See Us)
Beste actrice in een miniserie: Michelle Williams ( Fosse/Verdon )
Beste bijrol in een komedieserie (man): Tony Shalhoub ( The Marvelous Mrs. Maisel )
Beste bijrol in een komedieserie (vrouw): Alex Borstein (The Marvelous Mrs. Maisel)
Beste bijrol in een dramaserie (man): Peter Dinklage (Game of Thrones)
Beste bijrol in een dramaserie (vrouw): Julia Garner (Ozark)
Beste bijrol in een miniserie (man): Ben Whishaw ( A Very English Scandal )
Beste bijrol in een miniserie (vrouw): Patricia Arquette (The Act)
Beste regie in een komedieserie: Fleabag (Harry Bradbeer)
Beste regie in een dramaserie: Ozark (Justin Bateman)
Beste regie in een miniserie: Chernobyl (Johan Renck)
Beste scenario voor een komedieserie: Fleabag (Phoebe Waller-Bridge)
Beste scenario voor een dramaserie: Succession (Jesse Armstrong)
Beste scenario voor een miniserie: Chernobyl (Craig Mazin)