In deel drie raakt Bridget Jones zwanger – de vraag is van wie. Clementine van Wijngaarden bekeek in hoe verre de film van deze tijd is (en waarschuwt voor spoiler alerts!).
In de damesbladen wordt er al maanden naar uitgekeken; de nieuwe Bridget Jones. Reken maar dat er al behoorlijk wat afspraakjes tussen vriendinnen zijn gemaakt om samen naar de film te gaan komende weken. Glas witte wijn voor, lachen om clumsy Bridget, en dan nog 1, 2, vooruit 3 witte wijntjes na, voordat er slingerend wordt teruggefietst naar de Vinexwijk waar man en kinderen al slapen.
Ik ben benieuwd naar de gesprekken na afloop van de film. En vooral of ze vinden dat Bridget uiteindelijk de juiste man heeft gekregen – of eigenlijk of de scenaristen (onder meer Emma Thompson, die ook een rol heeft in de film) de juiste man voor haar hebben gekozen. Want net als in de vorige twee films, vechten er wederom twee om het been.
Het kan natuurlijk ook dat de gesprekken louter zullen gaan over het gebotoxte gezicht van Renée Zellweger. Want of je het er nu wel of niet over wilt hebben: rot schrik je je toch. Je zou denken dat je als Hollywoodster geen prikken gaat laten zetten door een kapster die er een cursus naast heeft gedaan? Of zou ze allergisch zijn voor botox of een andere filler? Allemaal van die vragen die gedurende het kijken naar de film maar terug bleven komen, als de roze olifant waar je in een concentratieoefening niet aan mag denken, tot je brein niets meer is dan een gigantische olifant, roze van kleur.
Maar goed. Bridget. Ik mocht haar wel in het origineel uit 2001. Gebaseerd op de columns die Helen Fielding in het Britse dagblad The Times schreef, over het leven van een single in haar vroege thirties. A woman on the loose , die zich enerzijds probeert te conformeren aan wat er van haar verwacht wordt (slank zijn, perfect zijn, geëmancipeerd zijn, hip zijn, gevat zijn) maar anderzijds alles aan haar laars lapt en met vallen en opstaan zoekt naar een eigen koers. Fielding wist er exact de tijdgeest eind jaren 90, begin van het nieuwe millennium, mee te treffen. Net als haar Amerikaanse evenknie Candace Bushnell dat in New York deed met de avonturen van Carry Bradshaw in Sex and the City.
De (gebundelde) columns van Fielding las ik pas later, nadat ik de film had gezien, zodat de ik-figuur voor mij al het olijke gezicht van de overigens Texaanse Renée Zellweger had, met die grappige stem met perfect Brits accent. Terwijl je las, hoorde je die stem elke nieuwe dag in haar dagboek een opsomming geven van het aantal alcoholische drankjes dat ze weer had genuttigd, de hoeveelheid sigaretten die ze had gerookt en de kilo’s die er weer aanzaten. Als ik het beeld van Zellweger niet had gehad, vraag ik me wel af of de Bridget op papier in mijn hoofd niet iets minder ‘gewoontjes’ was geweest, iets spannender, iets meer zoals mijn vriendinnen en ik waren, zonder die excessen dan hè, want herkenbaar was ze wel op een bepaalde manier, dat maakte het ook gewoon erg leuk.
Inmiddels zijn we een vervolg ( Bridget Jones: the Edge of Reason ) en veertien jaar verder en is er dus een lang verwacht derde deel: Bridget Jones’ Baby. Hugh Grant, de geweldige showsteler uit de eerste twee delen, had al aangekondigd dat hij niet van de partij zou zijn omdat hij het script niet zag zitten. Dat is op zichzelf al een behoorlijke aderlating, want het grote deel van het succes van de delen een en twee zaten hem in de chemie en de hoge grapdichtheid tussen Bridget en de door Grant gespeelde Daniel Cleaver. Want hoe je het ook went of keert, die twee waren voor elkaar gemaakt, als hij eindelijk zijn wilde haren zou hebben verloren en zij die tergende onzekerheid had kunnen laten varen. Maar dat was teveel gevraagd, en zo kwam het dat ze aan de rol ging met de saaie en degelijke Mark Darcy.
Darcy (Colin Firth) is in dit derde deel wel weer van de partij. Voor Grant is de buitengewoon aantrekkelijke Patrick Dempsey in de plaats gekomen, die we kennen uit Grey’s Anatomy. Maar voordat we de stoelendans onder de loep nemen, temperaturen we eerste even de zeitgeist van deze Bridget Jones. Met andere woorden: hoezeer is deze Bridget Jones van nu? En: van mijn generatie? De film begint pijnlijk. Bridget is jarig, wordt 43 en vraagt zich hardop af waar het naar toe moet. Ze heeft de nacht doorgehaald, heeft een kater, zet keihard ‘All by myself’ op en zingt in haar berenpyjama geëxalteerd mee. Kijk, je weet wel dat zo’n scène een beetje pijnlijk moet zijn, maar dit gaat vele malen verder dan pijnlijk. Het is een combinatie geworden tussen die roze olifant en plaatsvervangende schaamte, want Bridget is nog gewoon Renée Zellweger, haar gekheid te lang geleden om direct op te roepen. Of ben ik gewoon cynisch geworden?
Gelukkig gaat het daarna beter. Bridget blijkt inmiddels een serieuze functie bij de tv te hebben – ze is nu topproducente bij een nieuwsprogramma en dat is een hele geruststelling. Vervolgens is er een scène die in de annalen bij kan worden geschreven als erg grappig en van nu: als Bridget Jones met een collega-vriendin ter ere van haar verjaardag naar een Lowlands-achtig festival gaat. Opgedoft in vol ornaat als twee meisjes waarvan de houdbaarheidsdatum allang is verstreken en zich daar tegelijkertijd heel bewust van zijn. Dit zijn de scènes die je wilt zien, met net dat gehalte aan zelfspot en zelfrelativering. Hilarisch is ook de scène waarin Bridget en haar vriendin in de vip-room een jongen vragen of hij een foto van ze wil nemen, als hij vervolgens een selfie met hen wil maken, kijken ze hem aan of-ie van Mars komt. Het blijkt uiteraard om een bekende popster te gaan (Ed Sheeran) waarop Bridget zegt: ‘Hij komt me bekend voor…Is dat niet die jongen van de Starbucks.’ Ach ja, een inkoppertje natuurlijk, maar hij werkt, vooral omdat Sheeran later nog terugkomt in de film.
Edoch, in die nacht op het festivalterrein heeft Bridget, wier serieuze relatie met Mark Darcy alweer vijf jaar ten einde is, een onenightstand met, naar later blijkt, de multimiljonair met een relatiewebsite geworden Jack Qwant. Zo’n wilde nacht, die je normaal alleen in films ziet – en ze maakt dan ook dat ze de tent uitvlucht de volgende dag. Een week later is ze op de doop van haar nichtje en loopt ze Mark Darcy tegen het lijf en volgt er een andere wilde nacht. En dan, ja dan is ze zwanger. Maar van wie?
En zo kijken we de rest van de film naar een flinterdun wie-is-de-vader-plotje, want ze willen het allebei zijn en zo puffen ze samen mee in yogaklasjes, zitten bij de gynaecoloog (Emma Thompson) die hen gerust stelt dat vaginale winden erbij horen en verandert Bridget langzaam maar zeker in een zeekoe. Maar het gekke is: het gaat dus vooral over: wie is de vader, wie gaat dit klusje met Bridget klaren en veel minder om: wow, Bridget, je bent 43 en je krijgt toch nog een een baby! Nu is dat laatste misschien wel veel te saai voor een romantische komedie, maar het lijkt alleen maar om de man te draaien. Ook al zegt gynaecoloog Thompson op een gegeven moment: je kunt het natuurlijk ook alleen doen, Bridget. Maar dat gaat zelfs anno nu een tikje te ver voor de makers van deze derde Bridget Jones-film. Ondertussen zie je wel dat ze een voorkeur heeft voor Mark Darcy, terwijl we in flashbacks zien hoe hij haar in hun relatie elke keer weer teleurstelde en altijd zijn werk meenam naar huis, omdat hij zo’n succesvolle mensenrechtenadvocaat is. Een nobel beroep natuurlijk, maar om daarvoor nu je vriendin te verwaarlozen? En toch kiest ze weer voor Darcy, nog voor wij eigenlijk weten wie de vader is. Tja – dat is waarschijnlijk vrouweigen. Je hebt wat je had, je krijgt wat je kreeg. Je weet in ieder geval wat je er níet aan had, wat je van een ander krijgt, valt nog te bezien.
Uiteindelijk is er natuurlijk de bevalling, met een race naar het ziekenhuis in een pizzakarretje (plaatsvervangend schaamtemoment numero 2) en obligate baringspijn, waarna er een wolkje van een baby op de buik wordt gelegd, iedereen binnenkomt en je als kijkster maar steeds denkt: zou dat baby’tje niet aan de borst moeten?
Hoewel ik geen trendwatcher ben, ben ik er al enige tijd van overtuigd dat het ‘late’ moederschap zijn langste tijd heeft gehad en dat jong kinderen krijgen (tussen de 20 en de 30) binnen afzienbare tijd weer de norm is. Het kijken naar Bridget Jones’ Baby heeft me in die overtuiging flink gesterkt. Eigenlijk heb ik nog één pregnante vraag – vriendinnen met wijn, help me hier mee: het is toch echt een heel vreemd jongetje dat Bridget in de laatste scène, als ze in haar witte jurk naar het altaar loopt, in haar armen heeft? Het lijkt wel of hij zijn hele lichaampje overstrekt om maar niet te dicht tegen haar aan te komen en hij kijkt haar aan alsof er iets met haar is. Of ze een grote roze olifant is, misschien.
Bridget Jones’ Baby draait vanaf 15 september in de bioscoop