Pesten treft vooral jonge meisjes, en (dankzij het internet) ook volwassenen

Online pesten is vrij gemakkelijk voor de pester, en moeilijk om in de gaten te houden. Het internet maakt pesten anoniem, wat de drempel verlaagt en de kans op een confrontatie voor de pester verkleint. De impact van fysieke en digitaal pesten is voor het slachtoffer nagenoeg even groot. Online platforms bieden meer manieren om te pesten, zoals het hacken van profielpagina’s of het verspreiden van nare foto’s of teksten.

De stichting School en Veiligheid, die de week organiseert, zet in op een goede samenwerking tussen de school, de ouders en de kinderen. Die samenwerking noemt zij ook wel de ‘gouden driehoek’. Uit een onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen blijkt dat interventie bij pesten het effectiefste is als ouders meewerken.

Vanaf 2015 zijn scholen wettelijk verplicht pesten aan te pakken. Ze dienen een aanspreekpunt te bieden voor leerlingen en een aantoonbaar anti-pestbeleid te voeren, een resultaat van een plan van aanpak  dat staatssecretaris Sander Dekker en de kinderombudsman in 2013 startten.

Hierin wordt ingespeeld op de gouden driehoek. De interventie vanuit de overheid had als doel om pesten uit de taboesfeer te halen en bespreekbaar te maken. Deze wet heeft zijn vruchten afgeworpen. Zo is pesten op het primair onderwijs afgenomen van 14 procent in 2014 naar 10 procent in 2016, op het voorgezet onderwijs was daalde het pestgedrag van elf procent in 2014 naar negen procent in 2016.

Maar zoals, staatssecretaris Dekker in 2013 al aangaf: pesten valt niet volledig uit te bannen. Maar er wordt voortgang geboekt. Er is nu bijvoorbeeld de mogelijkheid om groepen te helpen die vaker slachtoffer zijn, zoals meisjes. Meisjes zijn actiever op sociale media en worden zo ook vaker slachtoffer van online pesterijen. Jongens pesten daarentegen vaker fysiek dan meisjes. Echter, zowel jongens als meisjes raken online slachtoffer van pesterijen. En met hen vele volwassenen.