De presidentsverkiezingen in New Jersey zijn eerlijk gezegd niet zo interessant omdat we een democratische staat zijn en Hillary dus Jersey al ‘binnen’ heeft. De kandidaten spenderen hun meeste geld en tijd in zogenaamde swing states, zoals Pennsylvania, Ohio en Florida. De democratie zit tot in de fijnste haarvaten van de maatschappij, maar dat wil niet zeggen dat de macht echt bij de stemmer ligt.
Voetbalschoenen, hoe kom ik aan 200 paar voetbalschoenen? Kindermaten, voor jongens en meisjes. Dat is waar ik aan zat te denken tijdens het retorisch gezien buitengewoon saaie debat.
De eerste vraag die de kandidaten werd gesteld door Lester Holt ging over inkomensongelijkheid. Ongeveer de helft van de Amerikanen leeft “from paycheck to paycheck.” Dat betekent dat ze geen enkele financiële buffer hebben en een tegenslag rampzalig zal zijn en soms leidt tot huisuitzetting. Een tegenslag, bijvoorbeeld een onverwachte autoreparatie of ontstoken kies, vereist vaak het aannemen van een tweede of zelfs derde baan.
De voetbalclub waar ik vrijwilligerswerk doe is in Camden. Hier leeft circa 40 procent van de bevolking onder de federaal vastgestelde armoedegrens (die vergelijkbaar is met de Nederlandse standaarden: $24,300 per jaar voor een tweeoudergezin met twee kinderen en $11,880 voor een individu.) We gebruiken een “football”veld en een baseballveld van de high school op de ene locatie en de andere locatie is een groot grasveld in een park bovenop een verborgen rivier waar we gewoon lijnen op hebben aangebracht. We hebben dus geen eigen voetbalveld, laat staan clubhuis.
De reden waarom ik en een paar anderen met mij hier proberen het voetbal van de grond te krijgen is omdat we van de sport houden en in Camden niet wordt gevoetbald. We organiseren een recreatief trainingsprogramma om de kinderen de beginselen van het spel bij te brengen. In ons kleine zaterdagochtend universum dat we creëren, zien we de Verenigde Staten in een notendop; een groep niet-blanke kinderen, letterlijk onderaan de “food chain”, die getraind worden door een groep blanke, naar verhouding welgestelde mannen en vrouwen.
Vergeleken met de omliggende “blanke” buitenwijken zijn de werkloosheidspercentages in Camden significant hoger en de onderwijsprestaties lager van Camdens African American en Latino inwoners. Om maar te zwijgen van de criminaliteitscijfers. Camden had jarenlang de trieste eer de meest gevaarlijk stad van het land te zijn.
De president van Amerika kan hier helemaal niets aan doen. De plaatselijke politiek, wel effectief in de omliggende gemeenten, kan hier ook niets aan doen. De gehele stad schijnt te worden bestuurd door een zakenman genaamd George Norcross.
Onze voetbalclub is al jaren met moeite bezig het programma draaiende te houden. We kregen wat donaties hier en daar om de kinderen van een ongezonde snack te voorzien na de training en om water te kopen. Maar het was moeilijk om de kinderen te bereiken, ook al kopieerden we duizenden flyers. De stad heeft naar schatting 14.000 kinderen waarvan maar een paar hoger voetballen.
Nadat Norcross dit jaar aangekondigde persoonlijk een miljoen dollar opzij te willen zetten om sport in Camden te promoten, gingen opeens alle deuren voor ons open en kregen we zoveel geld als we nodig hadden. Geld voor uniforms, ballen, goals, een container voor materiaal, het kon niet op. De county, dat is een aparte bestuurslaag, zeg maar een soort regiobestuur, kocht zelfs de acht nieuwe goals - ongelofelijk, wij kregen jarenlang niets bij ze gedaan. Dat komt omdat de directeur van Camden County Parks Committee eigenlijk burgemeester wil worden en Norcross gunstig gezind wil zijn.
Nu hebben we bijna vier keer zoveel inschrijvingen als in de lente en zijn alle gedoneerde schoenen op. Het zal de Calvinist in mij wel zijn, maar ik vind het wat te ver gaan om voetbalschoenen te kopen met geld van Norcross. Ik probeer ze nu in te zamelen bij de grote rijke clubs in de buurt waar ouders elke jaar nieuwe schoenen voor hun kinderen kopen.