Patrick Lodiers gaat in Leven voor de Dood in gesprek met de vijf hoofdpersonen over hun wens om niet meer te leven en hoopt daarmee het taboe rondom praten over zelfdoding te doorbreken.

Over Mees

Naam: Mees
Leeftijd: 25
Mees 1

Het verhaal van Mees

“Toen ik een jaar of 13 was, dacht ik er voor het eerst aan om een einde aan mijn leven te maken. Ik was anders, alleen, werd buitengesloten, voelde me niet thuis in mijn lichaam, had het moeilijk thuis en probeerde ondertussen uit te vinden waarom en hoe ik dan precies anders was. Doordat ik de ruimte voor het ontdekken niet kreeg, en in plaats daarvan juist afgewezen werd omdat ik ‘anders’ was, begon ik mezelf steeds meer te haten en begon ik me ondertussen steeds meer af te vragen hoe het zou zijn als ik er gewoon uit zou stappen, ik was immers toch waardeloos. ‘Misschien is deze wereld niet mijn plaats?’ ‘Als ik er een einde aan zou maken, zouden er dan wel mensen op mijn begrafenis komen?’ ‘Zou ik dan wel mijn rust kunnen vinden?’

Mijn eerste psycholoog wist mij weer terug in het leven te trekken, en een autisme spectrum stoornis-diagnose verklaarde deels waarom ik ‘anders’ en volgens de buitenwereld soms ‘waardeloos’ was, maar sinds dat eerste moment is de gedachte aan de dood altijd blijven sluimeren. Onverwacht en in vlagen volgden depressieve episodes elkaar op, kwamen de gedachtes aan de dood terug en werden ze heftiger, concreter, en werd de behoefte groter. Toch ontstonden er naarmate ik ouder werd, naast de donkere periodes, ook felverlichte periodes, periodes waarin ik niets liever deed dan leven, waarin ik het gevoel had dat ik alles aankon, alle kansen aanpakte en meer dan eens dacht dat ik geweldig was. Maar waarom? Daar zou ik jaren later een antwoord op krijgen, in de vorm van een diagnose bipolaire stoornis type II. 

Ondanks dat ik mezelf meer de ruimte gaf om mezelf te ontdekken, in transitie ging en ogenschijnlijk alle wind mee had, wisten de gedachten aan de dood zich twee jaar geleden om te zetten in concrete plannen die me smeekten om uitvoering. Ik lag opgerold in bed, ik kon niet meer, wilde niet meer, wilde stoppen voordat ‘alles ten einde’ kwam. Ik had alle menselijke manieren om te stoppen met het leven grondig uitgezocht en ik was klaar om afscheid te nemen. En toch besloot ik die middag mijn psycholoog te bellen. Ik had de uitweg in mijn handen, maar ik gaf hem weg, ik vertrouwde haar mijn leven toe.
Een langdurig therapietraject volgde, in het begin leefde ik naar de afspraken toe, het enige wat ik hoefde te doen was het een week volhouden tot ik alles weer even kwijt kon bij mijn psychologe. Naarmate de tijd vorderde kreeg ik mijn eigen wil om te leven terug, ik verwerkte nare herinneringen met haar en leerde dat ik oké en uniek ben, in plaats van dat ik waarde- of hopeloos ben.. Ik leerde waar mijn behoeftes lagen, waar mijn gedachtes vandaan kwamen en hoe ik de controle en rust binnen het leven terug kon pakken in plaats van die te zoeken in de dood. Alhoewel de gedachten aan de dood blijven sluimeren, kan ik ze nu een plekje geven en kan luisteren naar wat ze me willen vertellen. 

Nee, het gaat niet altijd goed, ik kan nog steeds vastlopen, verstrikt raken in mijn eigen gedachten, verblind raken door de donkerte in mijn slechte periodes, en misschien heb ik soms een beetje meer hulp nodig dan anderen, maar dat is oké. Dat is ook wie mij mij maakt.

En nu? Niemand kan ik de toekomst kijken, maar voor nu ben ik heel blij dat ik ervoor gekozen heb om toch nog even in deze wereld te blijven rondhangen! Ik heb een hond, Kaya, die zorgt dat ik onder de mensen, en met mijn hoofd in de wereld, blijf, ook als het niet goed gaat. Ik dans, ik studeer binnenkort af van mijn studie Nederlands en wil me daarna vol storten op mijn studie psychologie om anderen te kunnen helpen zoals ik geholpen ben.

Waarom doe je mee aan 'Leven voor de Dood'?

“Met mijn deelname aan ‘Leven voor de Dood’ hoop ik meer begrip en openheid omtrent het thema suïcidaliteit te creëren. Veel mensen vinden het een eng of zelfs angstaanjagend thema om aan te snijden en vermijden het liever als iemand het opbrengt, terwijl openheid mij altijd heeft geholpen om even uit de eenzaamheid van mijn eigen hoofd te kunnen komen, mezelf een klein beetje ademruimte te kunnen geven en me met iets anders dan mijn eigen gedachten te kunnen omringen, door gewoon weer even in de wereld te zijn. Door het thema een gezicht te geven hoop ik dat wij de drempel naar een open gesprek over gedachten aan de dood kunnen verlagen en we zo anderen ook die ademruimte kunnen bieden.

Als er ook maar één iemand is die na dit programma open durft te zijn over de strijd die zich in zijn/haar/hen hoofd afspeelt, zich kwetsbaar op durft te stellen, eventueel hulp durft te vragen en zich niet langer alleen en onbegrepen voelt, is mijn doel bereikt.

Daarnaast hoop ik met mijn deelname een eerlijk beeld van de hulpverlening en herstel te laten zien, ik wil laten zien dat er verbetering mogelijk kan zijn, maar dat het ook oké is als het naderhand niet allemaal perfect is.