De euro (21)

M'n vriendje, m'n vriendinnetje en ik
We kregen af en toe een heitje
Als wij een klusje deden
Voor een buurman of een buurvrouw in de straat
Het wassen van een auto
Of een ander onbenullig klein karweitje
Een heitje was een kwartje
Een gulden was soms een daalder waard Maar nu is er de euro
Een fluitje van een cent
Het leek zo ver weg
Het was zo onbekend
De euro, de euro, de euro, een fluitje van een cent Willemijn: Met z'n allen op vakantie
Naar het buitenland dat was altijd een drama
M'n moeder sprak de taal niet
Een broodje kopen heeft ze nooit gekund
M'n vader kon niet rekenen
En zei tegen m'n moeder altijd
Willemijn & Majel: "Laat maar
Willemijn: We gaan terug naar Nederland
Ik snap niets van die buitenlandse munt" En toen was er de euro
Willemijn & Niels: Een fluitje van een cent
Lekker naar Zuid-Frankrijk
Willemijn & Niels: Dat zijn we zo gewend
De euro, de euro, de euro, een fluitje van een cent Euro, euro / Een fluitje van een cent
Euro, euro / Die zijn we zo gewend
De euro, de euro, de euro, een fluitje van een cent Een joetje was een tientje
En vijfentwintig piek was een geeltje
Tien cent was een duppie
Twee vijftig, dat noemde je een knaak
De vuurtoren, de snip en ook de zonnebloem
Dat waren echt juweeltjes
Maar al dat mooie Nederlandse geld
Is nu geen stuivertje meer waard Euro;
Ierland, Italië
Euro;
Spanje en Portugal
Euro;
Frankrijk en Griekenland
Euro;
Finland, Luxemburg
Euro;
Duitsland en Oostenrijk
Euro;
België
En Nederland Euro, euro / Een fluitje van een cent
Euro, euro / Dat zijn we zo gewend
De euro, de euro, de euro, een fluitje van een cent Euro, euro / Een fluitje van een cent
Euro, euro / Die zijn we zo gewend
De euro, de euro, de euro, een fluitje van een cent