Sophie & Jeroen is de talkshow van BNNVARA, om en om gepresenteerd door Sophie Hilbrand en Jeroen Pauw.

Tussen Frans en Kitsch

15-02-2024
  •  
leestijd 3 minuten
  •  
487 keer bekeken
  •  
ANP-491024768

Met Rembrandt en Vermeer behoort Frans Hals tot de drie grootste schilders van de Nederlandse 17de eeuw. Niet de minste namen om in één adem mee genoemd te worden. Hoog tijd dus voor een tentoonstelling in ‘s lands belangrijkste museum. Op 16 februari opent het Rijksmuseum haar deuren voor de eerste Frans Hals-tentoonstelling. Wat maakt hem zo’n bijzondere meester? 

‘Zijn tijd ver vooruit’ luidt de naam van de tentoonstelling. En dat was de schildermeester zeker. Waar destijds de meeste portretten erg statisch en verfijnd werden geschilderd, had Hals juist een ‘losse toets’. Wellicht is deze stijl en ‘handtekening’ van de schilder wel de meest opvallende in de 17e eeuw. Van dichtbij zie je grove en trefzekere penseelstreken, maar van veraf zie je juist een levendig verfijnd resultaat. De losse penseelvoering en veelvuldig gebruik van kleur droeg bij aan het levendige effect. Door vlug te schilderen, lijkt het alsof zijn portretten niet geënsceneerd zijn, maar een momentopname van bewegingen is.  

Dat vlugge schilderen is onderdeel van zijn persoonlijke stijl, maar kwam de meester ook goed van pas. Van wat we weten van de schilder, verkeerde hij altijd in tijd- en geldnood. Voortdurend werd hij door zijn stadgenoten voor het gerecht gesleept vanwege onbetaalde rekeningen. Daarnaast hield de man iets te veel van de fles. Dit zorgde ervoor dat hij nog tot na zijn 80ste door schilderde en een groot oeuvre heeft. Zo ongeveer 220 werken zijn van Hals’ hand, waarvan er nu 48 in het Rijksmuseum te bewonderen zijn. 

Zaffius_jacobus_1611

Portret van aartsdeken Jacobus Hendricksz Zaffius (1611). Dit is het eerste gedateerde werk van Frans Hals. Ondanks dat het portret al jaren zorgt voor twijfel of het een échte Hals is. Beide heren zijn na hun dood begraven in de Sint Bavokerk in Haarlem.  

Ook groepsportretten zijn te vinden in het oeuvre van Hals. ‘De magere compagnie’ (1633-1637) is hiervan in meerdere opzichten een bijzondere. De aanvraag voor het groepsportret van de schutters van wijk XI onder leiding van kapitein Reynier Reael werd namelijk gedaan vanuit Amsterdam. Hals kwam zelf uit Haarlem, het was in die tijd not done om niet een schilder uit eigen stad te vragen voor een dergelijk belangrijk stuk.  

Magere compagnie

De magere compagnie (1633-1637), Rijksmuseum 

Toch stemde Frans Hals in en ging te werk. Zijn werkwijze bij zo’n schuttersstuk was dat hij de belangrijkste personen links op het doek plaatste en dus ook vanaf die kant begon te werken. Halverwege het werk was Hals het beu om steeds te pendelen naar Amsterdam om aan het portret te werken. Na meerdere onderhandelingen kwam er een einde aan de samenwerking. Maar een half werk is geen werk. De gilde gaf de opdracht aan de Amsterdamse schilder Pieter Codde. Hij schilderde de zeven personen rechts, het linkerdeel is van de hand van Hals. Ondanks dat Codde heeft geprobeerd in dezelfde stijl verder te werken, werkte Codde verfijnder, met gladde streken.  

De lach is bij Frans Hals essentieel
Taco Dibbits, directeur Rijksmuseum

Naast de gegoede Haarlemse burgerij, schilderde hij ook de minderbedeelden, van de zuiplap tot de vissersjongen. De mensen van Hals kunnen ook voluit lachen, heel ongebruikelijk voor die tijd. Een onbedaarlijke lach met open mond was ongepast, iets voor zotten en malloten. De beroemdste is ‘Malle Babbe’. Zij heeft echt rondgelopen in Haarlem, waardoor Hals haar goed heeft kunnen observeren voor het portret. De vrouw werd gedwongen opgenomen in het Haarlemse Werkhuis, vanwege ‘zotheid’. Hier staat de uil op haar schouder ook symbool voor. In hetzelfde huis zaten ook twee kinderen van Hals, zijn zoon Pieter Hals die verstandelijk gehandicapt was en een ‘losbandige’ dochter die twee buitenechtelijke kinderen had. Ondanks dat hij zo graag de gulle lach schilderde, was Frans Hals’ leven niet altijd om te lachen.  

BC-0005300

Malle Babbe (circa 1640, Staatliche Museen zu Berlin, Gemäldegalerie)  

Rijksmuseum directeur Taco Dibbits schoof bij ons aan, die nóg meer kon vertellen over wat Hals zo anders maakt dan Rembrandt en Vermeer: 

Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.