JAWS
Zeg het volgende hardop: “Tudu… Tudu… Tudu, tudu, tudu, tudu”. Als het goed is sprak je dan zojuist de iconische klanken uit van de filmklassieker ‘Jaws’. Het boek Jaws van Peter Benchley werd in 1974 uitgegeven en in 1975 volgde de film, geregisseerd door Steven Spielberg. De film werd een daverend succes. Nu - bijna vijftig jaar later - is het succes van de film nog steeds niet uitgeblust. Sterker nog: Jaws is terug op het witte doek, en ditmaal in 3D.
Reden genoeg voor ons om fans van het eerste uur illusionist Hans Klok en programmamaker Matthijs Kleyn uit te nodigen in de show om erover te praten. Nadat zij voor de eerste keer de film hadden gekeken, durfden ze beide een tijdje niet het water in te gaan. Dat klinkt misschien wat overdreven, maar wie de film heeft gezien kan het ze niet kwalijk nemen. Het verhaal is dat er een gigantische, bloeddorstige witte haai het water bij een populaire badplaats domineert. Ondanks de waarschuwingen van de lokale sheriff, houdt de gemeente de badplaats open voor badgasten. De ene na de andere vakantieganger valt vervolgens ten prooi aan het gekieuwde monster. Hoog tijd voor de sheriff, een zeebioloog en een visser om op jacht te gaan naar de haai.
Illusionist Hans Klok vertelde gisteren aan tafel dat je de rubberen haai de eerste drie kwartier van de film niet eens te zien krijgt. Dat was niet de bedoeling van de filmcrew, maar de robot-haai deed het vaak niet. Iets wat vervelend was gedurende de opnames, bleek daarna juist een sterk punt van de film te zijn.
“Het was puur suggestie. Als je nu kritisch naar de haai kijkt… Maar de suspense en de muziek, het is zo goed neergezet. Je gelooft toch echt in de illusie dat het een haai is.”
Inmiddels – na de nodige vooruitgang in de filmindustrie – kijken we wellicht anders naar deze film met de grote rubberen haai met klappertanden. Toch jaagt de haai nog steeds menig mens de stuipen op het lijf. Schrijver en programmamaker Matthijs Kleyn heeft geen twijfel over genialiteit van de film.
“Het is de beste film die ooit gemaakt is.”
Kleyn vertelde gisteren over dat Steven Spielberg een nephaai liet maken en erop stond dat de opnames bij zee zouden worden gemaakt. Het moment dat de haai het zoute water in werd gelaten, ging deze kapot. Hierdoor moest de beschrijving van de haai gedurende de film niet alleen heel uitgebreid en levendig worden, maar ook moest Spielbergs cameraman de haai spelen.
“Dus al die figuranten-jongens zwemmen, cameraman naar beneden. ‘Oké, jij bent de haai, zwem maar naar die benen toe.’”
De uitgebreide beschrijving bleek later juist aan het succes van de film te hebben bijgedragen.
“Dus juist door te vertellen hoe zo’n haai eruit ziet, ontstaat dat monster in het hoofd van het publiek. En dat monster is nog groter dan een haai eigenlijk is.”
Kijk het volledige gesprek over de fascinatie van Hans Klok en Matthijs Kleyn met de filmklassieker terug met onderstaande video.
Praat mee
