Zwangeren screenen op Q-koorts niet nodig
05-10-2012
• leestijd 1 minuten
Het is niet nodig om alle zwangere vrouwen in een Q-koortsgebied preventief te screenen op de ziekte. Arts-onderzoeker Janna Munster van het Universitair Medisch Centrum in Groningen (UMCG) ontdekte dat het niet uitmaakt of vrouwen die niet ziek zijn maar wel antistoffen hebben tegen Q-koorts, behandeld worden met antibiotica of niet. Als ze niet behandeld worden, wordt de kans op zwangerschapscomplicaties niet groter.
Antistoffen tegen Q-koorts
Als een zwangere vrouw antistoffen tegen de Q-koorts in haar bloed heeft, wil dat zeggen dat ze in aanraking is gekomen met de ziekte. Een lichaam maakt antistoffen aan om zich daartegen te wapenen.
Momenteel wordt het bloed van zwangere vrouwen in Nederland, wanneer ze 12 weken zwanger zijn, onderzocht op syfilis, hepatitis B en hiv. De vraag was of Q-koorts daar in bepaalde regio's aan toegevoegd moest worden. De bacterie die Q-koorts veroorzaakt, komt in enorme hoeveelheden vrij bij abortussen van besmette geiten. Sinds 2007 werden duizenden mensen ziek, vooral in Brabant.
Aan de bel trekken
Zwangeren uit een risicogebied die verschijnselen van de ziekte krijgen, moeten wel aan de bel trekken, benadrukt Munster. Het is belangrijk dat zij behandeld worden, want de ziekte kan ernstige gevolgen hebben. ,,De kans dat een baby te vroeg geboren wordt of te klein is bij de geboorte, is verhoogd. Ook bestaat de kans dat een kindje overlijdt in de buik'', legde Munster vrijdag uit.
Mogelijke symptomen van Q-koorts zijn longontsteking, hoofdpijn, koorts en leverontsteking.
ANP