Logo Kassa
Het consumentenplatform van BNNVARA.

Zo overleven jouw kamerplanten de herfst en winter

19-11-2025
  •  
leestijd 4 minuten
  •  
12312 keer bekeken
  •  
Kamerplanten

De zomer was een feestje voor je kamerplanten: zon, warmte en volop groei. Nieuwe bladeren, frisse scheuten — misschien heb je er zelfs een paar moeten verpotten omdat ze uit hun pot groeiden. Maar nu de herfst zijn intrede heeft gedaan en de dagen korter worden, verandert er ook iets voor je groene huisgenoten. Minder licht, drogere lucht en de verwarming die weer aangaat: het is even schakelen, óók voor je planten. Met deze zeven tips komen jij en je kamerplanten moeiteloos de winter door.

1. Minder licht, minder groei

Kamerplanten doen het in de winter liever rustig aan. Door het weinige daglicht hebben ze minder energie om te groeien. Daardoor groeien ze trager, of soms zelfs helemaal niet. Geen paniek als er even geen nieuw blad verschijnt of als er wat bladeren afvallen — je plant is gewoon in winterrust.

Kijk wel even kritisch naar de plek waar je planten staan. Dat gezellige hoekje met ‘indirect licht’ in de zomer kan in december ineens pikdonker zijn. Schuif je planten wat dichter naar het raam, maar vermijd koude tocht en direct contact met een ijskoud raam. Een groeilamp kan ook wonderen doen in kamers waar weinig daglicht komt.

Extra tip: stof je planten regelmatig af met een zachte, vochtige doek. Zo kunnen ze het licht dat er is beter opnemen.

2. Minder dorst

Planten gebruiken water en licht om te groeien. Minder licht betekent minder groei en dus ook minder dorst. Blijf dus niet in je zomerritme hangen met de gieter in de aanslag. Steek een vinger in de aarde om te voelen of de grond nog vochtig is. Is die droog? Dan mag er wat water bij. Geef liever kleine beetjes water dan in één keer te veel, zo voorkom je wortelrot.

Voor de cactusliefhebbers: cactussen kunnen in de winter bijna helemaal zonder water. Ze krimpen soms wat, maar dat is normaal en herstelt vanzelf in het voorjaar.

3. Warmte ja, maar niet té warm

Een behaaglijk warme woonkamer is in de winter heerlijk, maar voor kamerplanten is de verwarming vaak minder goed nieuws. De droge, warme lucht die langs hun bladeren stijgt, laat ze snel uitdrogen. Vooral planten met dunne bladeren hebben daar last van, dus zet die liever niet direct boven of naast de radiator.

De meeste kamerplanten voelen zich het prettigst bij een temperatuur tussen de 15 en 24 graden. Vermijd ook tochtige plekken, bijvoorbeeld bij een buitendeur of een raam dat vaak openstaat — grote temperatuurverschillen vinden planten namelijk net zo vervelend als mensen.

Stevige planten zoals vetplanten, Sanseveria’s en palmlelies (Yucca’s) kunnen beter tegen droge of warmere lucht, maar ook zij staan liever niet met hun pot of bladeren tegen de verwarming aan. Heb je juist een koelere of onverwarmde kamer? Dan kunnen deze soorten daar prima overleven, zolang de temperatuur maar niet onder de 10 graden zakt.

Sommige planten kunnen verrassend goed tegen kou. Zo verdraagt de Strelitzia temperaturen net boven het vriespunt, en ook Clivia’s, de Monstera Deliciosa (tot ongeveer 5 graden boven nul) en diverse soorten Anthurium voelen zich prettig in een koele omgeving.

Andere planten zijn juist gevoelig voor kou en kun je beter naar een warmere kamer verplaatsen zodra de temperatuur ’s nachts onder de 13 graden zakt. Dat geldt bijvoorbeeld voor veel palmen (behalve de Kentiapalm), Plumeria’s, Calathea’s en Alocasia’s.

Heb je vloerverwarming? Let er dan op dat de wortels van je planten niet te warm worden. Zet ze op een verhoging van minstens 20 centimeter, zodat de pot niet rechtstreeks op de warme vloer staat.

4. Droge lucht, dor blad

De grootste vijand van je kamerplanten in de winter? Droge lucht. Tropische planten zoals de Calathea of de bananenplant zijn gewend aan een vochtige omgeving. In een verwarmde woonkamer krijgen ze al snel last van bruine bladpunten of randen. Gelukkig kun je daar wat aan doen:

  • Zet bakjes of schaaltjes water op de verwarming, zodat het langzaam verdampt
  • Besproei je planten een paar keer per week met een plantenspuit
  • Zet planten die van vocht houden dicht bij elkaar: samen houden ze de lucht rondom wat vochtiger
  • Heb je veel tropische planten? Dan is een luchtbevochtiger geen overbodige luxe

5. Stop met voeden en verpotten

In de winter staan de meeste planten stil in hun groei. Extra voeding heeft dan geen zin – sterker nog: het kan de wortels beschadigen omdat de plant de mineralen niet opneemt. Wacht met bijvoeden tot het voorjaar, zodra je weer nieuwe blaadjes ziet verschijnen.

Ook verpotten kun je beter uitstellen. Een verhuizing midden in de winterslaap is niet fijn voor je plant. In het voorjaar, als hij weer actief groeit, herstelt hij veel sneller van beschadigde wortels en profiteert hij optimaal van verse aarde.

6. Controleer op beestjes

Ook in de winter is het slim om je planten te controleren op ongedierte. Beestjes zoals rouwvliegjes vinden het buiten te koud en trekken daarom graag naar binnen. Bovendien houden veel insecten van droge lucht en daar zorgt de verwarming helaas goed voor. Controleer af en toe de onderkant van de bladeren en spoel ze eventueel af met lauwwarm water als je iets verdachts ziet. Hoe eerder je erbij bent, hoe beter.

7. Rust voor je planten – en voor jou

De herfst en winter zijn niet alleen een rustperiode voor je kamerplanten, maar ook voor jou als plantenverzorger. Minder water, geen voeding en af en toe een sproeibeurt — meer vragen ze niet van je.

Kortom:

  • Zet planten dichter bij het licht, maar weg van tocht en verwarming
  • Geef minder water en geen voeding
  • Verhoog de luchtvochtigheid met schaaltjes water of een plantenspuit
  • En vooral: maak je niet druk om wat bladverlies — dat hoort erbij

Zo komen jij én je planten moeiteloos de winter door.

Bronnen: Intratuin, Tuinland.nl, Plantje.nl, Mamabotanica.nl, Sprinklr.nl, Pokon.nl en Fleur.nl

Delen:

Altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws?

Meld je snel en gratis aan voor de Kassa nieuwsbrief!

Al 100 jaar voor