'Wie krijgt als eerste het vaccin tegen de Mexicaanse griep?'
09-07-2009
• leestijd 2 minuten
Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) zal pas op het laatste moment een besluit nemen over de vraag welke groepen Nederlanders dit najaar als eerste een vaccin krijgen toegediend tegen de Mexicaanse griep. Een woordvoerder heeft dat donderdag gezegd. Het instituut en de deskundigen waarmee het samenwerkt, willen zoveel mogelijk informatie verzamelen om een zo verstandig mogelijk besluit te nemen.
Grofweg komen drie groepen in aanmerking voor de eerste vaccins: Ouderen en chronisch zieken; de mensen die door bijvoorbeeld hart- en vaat-, long- en suikerziekten minder kans hebben de Mexicaanse griep te overleven. Verder zijn er de kinderen en jongeren, die tot nu toe extra gevoelig blijken voor het virus, en als derde groep het medisch personeel (dokteren en verpleegkundigen) die ten tijde van een pandemie de ziekenhuizen draaiend moeten houden.
De 34 miljoen vaccins die het kabinet heeft gekocht, komen naar verwachting vanaf oktober gefaseerd beschikbaar. Elke Nederlander heeft twee prikken nodig. Tot die tijd zijn ongeveer vijf miljoen doosjes virusremmers (Tamiflu) beschikbaar om de patiënten die besmet zijn, te helpen beter te worden.
De inzichten over wie de vaccins het hardst nodig hebben, kunnen veranderen. In principe ging men ervan uit dat vooral ouderen vatbaar waren. Maar het griepvirus dat sinds april in Nederland rondwaart, blijkt vooral kinderen en jongeren te treffen. In het buitenland is dat beeld hetzelfde.
Het RIVM heeft eerder al laten weten dat scholen als eerste worden gesloten als de ziekte om zich heen gaat grijpen. Juist daar vinden veel besmettingen plaats.
Het RIVM heeft wetenschappers in dienst die onder meer risicoberekeningen maken en achterhalen langs welke lijnen het virus zich verspreidt.
Op het moment zijn ongeveer 145 Nederlanders met het Mexicaanse griepvirus besmet. Een man ligt al enkele weken op de intensive care. Er zijn nog geen mensen aan het virus overleden. Op het moment lijkt het virus zich niet snel te verspreiden. Ook zijn er minder mens-op-mensbesmettingen dan een paar weken geleden. Volgens deskundigen zegt dat niets en kan de situatie zomaar veranderen.
Bron: ANP