Wereldhandel steeds belangrijker voor Nederland
29-06-2009
• leestijd 2 minuten
De Nederlandse economie is de laatste dertig jaar steeds meer verweven geraakt met de wereldhandel. Daardoor is ons land steeds kwetsbaarder voor een neergang in de internationale vraag naar producten en diensten. De daling van de wereldhandel is dan ook een van de belangrijkste oorzaken voor de krimp van het Nederlands bruto binnenlands product (bbp), meldde het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) maandag.
De verwevenheid met de wereldhandel blijkt uit de ontwikkeling van de uitvoer en invoer als percentage van het bbp. Zo is de uitvoer gestegen van 43 procent bbp in 1969 tot 77 procent bbp in 2008. Ook de invoer als percentage van het bbp is in deze periode sterk toegenomen, van 42 tot 68 procent, aldus het CBS.
In 2008 bedroeg de waarde van de totale Nederlandse invoer 408 miljard euro en de uitvoerwaarde 457 miljard euro. Zowel de invoer als de uitvoer bestond voor vier vijfde uit goederen en voor een vijfde uit diensten.
Het belang van de internationale handel in onze economie hangt samen met de sterke groei van de wederuitvoer van goederen. Dat zijn goederen die ons land binnenkomen en daarna meteen worden doorverkocht aan bijvoorbeeld Duitsland. Deze wederuitvoer is de afgelopen tien jaar volgens het CBS met 195 procent gegroeid. De volumegroei van het bbp was ter vergelijking in dezelfde periode 27 procent. Van de uitgevoerde goederen was vorig jaar 47 procent wederuitvoer, de rest betrof in eigen land geproduceerde goederen.
De internationale handel van Nederland als percentage van het bbp (70 procent) in 2007 was verder aanmerkelijk hoger dan dat van Duitsland (43 procent), Verenigd Koninkrijk en Frankrijk (beide 28 procent), Japan (17 procent) en de Verenigde Staten (14 procent).
Bron: ANP