Wat verandert er voor je pensioen in 2014?

Het afgelopen jaar waren er veel veranderingen op pensioengebied. De AOW-leeftijd werd verhoogd naar 65 jaar en één maand. De komende jaren wordt die leeftijd stapsgewijs verder verhoogd totdat in 2023 iedereen zijn AOW op zijn 67e krijgt. Verder moesten 68 van de 3821 pensioenfondsen korten op de pensioenen omdat de dekkingsgraad te laag was. Ook werd afgelopen week het pensioenakkoord gesloten. Wat zijn de belangrijkste afspraken?

De belangrijkste afspraak in het pensioenakkoord is dat je per jaar minder aan pensioen gaat opbouwen. Mag nu nog maximaal 2,25% van je loon aan het pensioen worden besteed, in 2014 is dat 2,15% en in 2015 1,875%. Lees hier de brief van de staatssecretaris van Financiën en de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan de Tweede Kamer over het pensioenakkoord.

Lager pensioen
Kapé Breukelaar, onze financieel deskundige, licht in Kassa het pensioenakkoord toe. Het belangrijkste gevolg is dat werkenden minder pensioen opbouwen. Het verschil lijkt op het eerste gezicht wellicht klein, maar door daling van het maximale opbouwpercentage wordt de opbouw ongeveer 17% slechter. Daarnaast krijg je het pensioen twee jaar later en dus geniet je er ook twee jaar korter van. Breukelaar: "Als je die beide effecten bij elkaar optelt bouw je in de toekomst per saldo ongeveer 27% minder pensioenrechten op."

Die effecten zijn ook niet voor iedereen gelijk. Als je bijvoorbeeld dichter bij je pensioen zit, heb je al een heleboel pensioenrechten opgebouwd. Verder zijn er al werknemers die jaarlijks minder dan 2,25% aan pensioen opbouwen. De hoogte van het opbouwpercentage hangt namelijk af van je pensioenregeling. Zo is het opbouwpercentage bij het Pensioenfonds Zorg en Welzijn nu al 1,95%, dus dan is de schader beperkter.

Verder blijkt dat de communicatie van de pensioenfondsen aan hun deelnemers beter kan. Zo ontvingen we een aantal mails waaruit blijkt dat het mensen pas op het moment van het aanvragen van hun pensioen duidelijk wordt dat de eerste pensioenuitkering gelijk plaats vindt met de uitbetaling van de eerste AOW. Bijvoorbeeld: in 2014 word je op 15 januari 65 jaar. Dan krijg je je eerste AOW op 15 maart 2014. Op die datum krijg je ook pas je eerste pensioenuitkering. Neem je dan contact op met je pensioenfonds, dan blijkt ook dat het meestal wel mogelijk is om je pensioen weer te vervroegen. Je komt dan weer uit op min of meer hetzelfde pensioenbedrag dat je had maar krijgt het wel op de gewenste ingangsdatum. Het levert mening bijna-gepensioneerde wèl een paar slapeloze nachten op...

In 2013 is bij drie van de vijf grootste pensioenfondsen gekort op de pensioenen. Bij het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP) was dat 0,5%, bij het Pensioenfonds Metalelektropensioen (PME) 5,1% en bij het Pensioenfonds Metaal en Techniek (MT) 6,3%. Ook in 2014 gaat het er voor deze drie fondsen om spannen of ze pensioenen moeten verlagen. Dat hangt af van de dekkingsgraad op 31 december aanstaande. Bij het ABP was de dekkingsgraad eind november 106,3%. Bij PME en PMT wordt het nog spannender. Eind november had PME een dekkingsgraad van 104,6% en zat PMT op 104,1. Bij het pensioenfonds voor de bouwnijverheid, bpfBouw, wordt het pensioen niet verlaagd. Hun dekkingsgraad was eind november 113%. Het goede nieuws is dat het pensioenfonds Zorg en Welzijn (PFZW) een verhoging van het pensioen verwacht van 0,94 %. Klik op de naam van jouw pensioenfonds om meer informatie te lezen: ABP , PFZW , bpfBouw , PME , PMT .

Wij vroegen de vijf grootste pensioenfondsen ook of ze verlagingen van de pensioenen in de toekomst gaan repareren. Het ABP was daar het duidelijkst over. Zodra de financiële positie van het fonds dat mogelijk maakt, doen ze dat. Breukelaar vindt dat een goede zaak. "De dekkingsgraad moet dat wel toelaten en dan moet je ook wel denken aan een dekkingsgraad van boven de 130%. Daar zijn veel pensioenfondsen nog een eind van verwijderd. Toch zag je dergelijke dekkingsgraden wel in de jaren 2007 en 2008 dus het is zeker niet onmogelijk. De volgorde zal dan zijn dat de fondsen eerst weer gaan indexeren en pas daarna daadwerkelijk kunnen repareren. Dat kan nog vele jaren duren", aldus Breukelaar.