Logo Kassa
Het consumentenplatform van BNNVARA.

Waarom blijf je dooreten van koekjes en chips?

24-04-2024
  •  
leestijd 6 minuten
  •  
49212 keer bekeken
  •  
snacken snoepen 1280 koekje chips

Je neemt een koekje of opent een zak chips… en voor je het weet is de helft van het pak of de zak leeg. Dit snoepgedrag zal menigeen bekend voorkomen. Maar waarom blijf je dooreten zodra je een chipje, koekje of snoepje hebt verorberd? Stopt de voedingsindustrie er “geheime” ingrediënten in die je verleiden? Of spelen er psychologische factoren mee, waar je je niet zo bewust van bent? We ontrafelen het raadsel van ons snoepgedrag met voedingspsycholoog Diana van Dijken.

Om inzichtelijk te maken waarom we zo gek zijn op snoepen op z’n tijd, beantwoordt Diana van Dijken een zestal stellingen.

1 - Door blijven snoepen heeft meer met je brein te maken dan met je maag – FEIT en FABEL

“In veel gevallen is dit juist, maar nuance is wel op zijn plaats”, aldus de voedingspsycholoog. “Want heb je honger als je een zak chips opentrekt? Dan heeft het wel met je lijf te maken, omdat je maag leeg is en je energie tekortkomt. Dan is het door blijven eten fysiek.”

Maar volgens Van Dijken zijn we ook bepaalde “kenmerken” gaan toekennen aan koek, snoep en chips. En daar komt ons brein om de hoek kijken. “We vinden het niet zo gezond om te snoepen, maar toch vinden wij er iets in... Een stukje genot, of een beloning na een lange dag werken. Of je vindt er troost in als je niet zo’n leuke dag hebt gehad. En dan is dat de psychologie achter ons eetgedrag. Als je er beloning of troost in zoekt, dan red je het niet met één koekje. Dan eet je er liever vijf of zes, of eet je misschien wel door tot het pak leeg is.”

2 – Fabrikanten stoppen bestanddelen in koekjes en snacks die dooreten stimuleren – FEIT

Aan producten die je kant-en-klaar uit de verpakking kunt nuttigen, worden door de voedingsindustrie additieven toegevoegd. Die kunnen de houdbaarheid verlengen, extra kleur en textuur geven, maar ook de geur- en smaak versterken. Je treft ze vaak aan als e-nummer op de ingrediëntenlijst. Zetten deze jou ertoe aan om lekker door te eten, ook als je dat niet meteen van plan was? “Ja, smaakversterkers nodigen je natuurlijk uit om meer van iets te eten.” Dat doen de makers van snoep en chips dus slim. Maar ook hier speelt psychologie een rol, zegt Van Dijken. “Als jij die chips gaat eten en je hebt al eens opgepikt dat er smaakversterkers in zitten, dan is het geen wonder dat je ervan dooreet, hou je jezelf voor. Dan geef je jezelf als het ware toestemming om dat te doen met als excuus: het zijn de smaakversterkers. Op dat moment wordt het ook moeilijker om ermee te stoppen.”

Van Dijken is beroepshalve erg geboeid door die psychologische kant van ons eetgedrag. “Heel veel van ons gedrag rondom eten wordt gestuurd door onze mening over bepaalde producten. We hebben geleerd hoe we erover moeten oordelen. Snoep en chips zijn niet goed voor je, een appel is wel goed. Dat maakt dat die chips en snoep juist aantrekkelijker worden.”

3 – Hormonen in ons lijf sturen ons eetgedrag - FEIT

Deze stelling wordt door Van Dijken onderschreven. “Je hebt honger- en verzadigingshormonen.” Het ene geeft simpel gezegd een seintje als je lichaam energie nodig heeft. Het andere hormoon geeft aan je brein door dat het tijd is om te stoppen, omdat je ‘vol’ zit en verzadigd bent. “Koekjes zijn niet echt bedoeld als maaltijd, maar als je daar toch van snoept als je eigenlijk honger hebt, duurt het best lang voordat je verzadingshormonen aanmaakt. Zo kan het dus gebeuren dat je meer koekjes eet dan je wilt, omdat de fysieke verzadiging uitblijft.”

“Fysieke verzadiging bereik je als je een volwaardige maaltijd eet als je honger hebt, met koolhydraten, eiwitten, vetten en bij voorkeur vezels. En eet je dan ook iets wat je echt lekker vindt, dan raak je ook mentaal verzadigd. Beide heb je nodig om echt verzadigd en voldaan te raken.”

Tekort aan slaap kan snoepgedrag uitlokken

Veel mensen zijn zich er niet van bewust, maar een gebrek aan slaap kan de hormoonbalans in je lichaam verstoren en zo invloed uitoefenen op je eet- en snoepgedrag, geeft Van Dijken aan. “Ben je moe en slaap je structureel te weinig? Dan zijn je honger- en verzadigingshormonen een beetje van de leg. Dan heb je overdag vaker honger en ben je minder snel verzadigd. En omdat je moe bent, zul je sneller grijpen naar producten die lekker veel energie bevatten: koek, snoep en chips. Of je kiest dan eerder voor een boterham met chocoladepasta dan een groene salade of bakje yoghurt met noten. Met zoet en vet eten krijgt je lichaam veel sneller energie binnen. Als je een paar slechte nachten hebt gehad, zul je jezelf sneller terugvinden voor het keukenkastje iets om te gaan snoepen”, legt Van Dijken uit.

De moraal van het hormoonverhaal? Leer goed luisteren naar je honger- en verzadigingshormoon, oftewel wat je lichaam aangeeft. “Krijg je honger? Eet iets wat echt voedzaam is en waar je blij van wordt. Voel je aan dat je voldaan bent? Stop dan ook met eten.”

4 – De ene persoon kan zich beter beheersen dan de andere met chips of snoep – FEIT

Van Dijken onderschrijft dat de ene mens sneller geneigd is om tussendoor te gaan snoepen dan de andere. “Dan wordt er al snel gesproken over wilskracht, of juist een gebrek daaraan”, zegt ze. Maar dat is volgens haar niet de kern. “Het gaat veel meer over de vraag wáárom je snoepgedrag vertoont. Waar ben je eten voor gaan gebruiken? Er zijn mensen met een ontspannen relatie met voeding. Die eten als ze honger hebben en houden op als ze vol zitten. En ze houden het bij één of twee koekjes tussendoor. Zij hebben nooit een moeizame relatie ontwikkeld met eten.”

Maar je kunt volgens Van Dijken ook een gespannen relatie met eten ontwikkelen. “Een grote groep mensen heeft van kleins af aan strikt geleerd wat goed is en wat niet. Wat eigenlijk niet mag, wordt dan spannend om te eten. Dat kan voor een escalatie zorgen. Omdat je aan een pak koekjes bent begonnen, kun je die net zo goed helemaal opeten.”

Rondom ‘problematisch eten’ gaat het niet dus zozeer over wilskracht, dat hebben we allemaal, geeft de voedingspsycholoog aan. “Het gaat erom: waar ben je het eten voor gaan gebruiken? Ik troost mezelf met een bak ijs. Ik eet gevulde koeken om mezelf te belonen. Ik snoep meer omdat ik mijn werk eigenlijk niet zo leuk vindt… Achter dat soort eetgedrag gaat een behoefte schuil, die je bent gaan vervullen met eten. Het kan gaandeweg een gewoonte worden, waarna de drang naar eten ook groter wordt. Dan wordt het moeilijker om het eten te laten staan of om na één of twee koekjes te stoppen. Alleen, dit soort eetgedrag gaat je problemen niet oplossen.”

5 - Je kunt afspraken met jezelf maken, zodat je minder gaat snoepen - FABEL

Als je van jezelf weet dan je een notoire snoepkont bent, kun je dit gedrag dan veranderen door met jezelf afspraken te maken? Hier is voedingspsycholoog sceptisch over. “Het lastige van dit soort afspraken is dat ze al snel regels worden. Regels zijn restricties. En van restricties komen escalaties”, verklaart Van Dijken.

“Een voorbeeld. Als je je voorneemt om doordeweeks niet te snoepen en een collega trakteert dinsdag op taart… dan krijg je het ‘fuck alles en iedereen-effect’ als je toch een stukje taart neemt. Dan is die week toch al weggegooide moeite en ga je op woensdag weer ouderwets snoepen. In 9 van de 10 keer ga je juist meer snoepen als je een afspraak met jezelf niet haalt.”

Leer na te gaan: wat zit er achter mijn snoepgedrag?

Van Dijken ontvangt in haar praktijk als voedingspsycholoog vrouwen met eetproblemen. Regels opleggen is dus geen remedie volgens haar. “Ik probeer mijn cliënten te leren om voor zichzelf na te gaan wat die koekjes of chips voor hen doen en betekenen. Wat zoek je op het moment dat je gaat lopen snoepen? Wat zit er eigenlijk achter? Als je dát weet, kun je de neiging om jezelf te compenseren of troosten door te eten, gaan ondervangen. Dan kun je de regie kan pakken en beter omgaan met snackgedrag en meer rust en ontspanning ervaren rondom eten.”

6 – Het stempel “snoepen is ongezond”, lokt juist snoepgedrag uit – FEIT

Deze stelling is juist, volgens de voedingspsycholoog. Dat lijkt misschien tegenstrijdig. “Maar juist het negatieve stempel “snoepen is ongezond”’, maakt dat mensen meer gaan snoepen. Dingen die we niet behoren te doen, zijn stiekem juist aantrekkelijk.”

Dat geldt niet voor iedereen, maar voor sommige mensen werkt het zo in het brein. “Die spreken het ook uit: ik zou het eigenlijk niet moeten doen, maar… Het snoepen is dan een guilty pleasure.” Hoe zou je hiermee het beste kunnen omgaan dan? “Leer er neutraal naar te kijken: snoep is gewoon snoep. Dat houd ik mijn cliënten ook voor. Daarmee haal je de angel van ‘de verboden vruchten’ eruit, en kun je makkelijker volstaan met één of twee koekjes in plaats van het hele pak. En probeer voor jezelf te bepalen: waarom snoep ik? Is het honger, ben ik moe of chagrijnig? Daarmee krijg je ook meer grip.”

Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.

Altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws?

Meld je snel en gratis aan voor de Kassa nieuwsbrief!