Vrouw werkt vaker, maar in deeltijd
18-02-2009
• leestijd 2 minuten
Vrouwen zijn tussen 2005 en 2008 vaker gaan werken, maar het gros doet dat in deeltijd. Ze bouwen nog steeds minder pensioen op dan mannen. Dat stellen het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) en het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) bij de presentatie van de emancipatiemonitor. Het rapport is woensdag gepresenteerd.
Volgens het CBS werkte in 2008 59 procent van de vrouwen, terwijl dat percentage in 2005 nog op 53 lag. CBS-econoom Michiel Vergeer spreekt van een uitstekend resultaat. ,,Het betekent dat ongeveer 350.000 vrouwen meer nu een baan hebben.'' Volgens hem bewijst het dat overheidsingrijpen zin heeft.
,,Behoorlijk wat vrouwen uit de bijstand hebben van gemeenten een duwtje in de rug gekregen en werken nu weer. Het blijkt te kunnen.'' Weliswaar werkt 70 procent van de vrouwen in deeltijd. Maar volgens Vergeer kiezen steeds meer vrouwen voor 'stevige' deeltijdbanen van 20 tot 34 uur per week.
Verantwoordelijk minister Ronald Plasterk stelt dat het aandeel werkende vrouwen ,,nog niet op het niveau is waarop we het willen hebben''. Hij doelt onder andere op het lage aantal gewerkte uren. ,,Met een kleine deeltijdbaan word je niet economisch zelfstandig'', aldus de bewindsman.
Volgens streefcijfers van de overheid moet in 2010 65 procent van de vrouwen betaald werk verrichten. De CBS-woordvoerder betwijfelt of dat streven reël is, nu de economische recessie steeds zwaarder toeslaat.
Toch ziet hij lichtpuntjes. ,,Vrouwen werken voor een groot deel in sectoren die recessiebestendig zijn zoals het onderwijs en de zorg. Je mag aannemen dat mannen over het algemeen meer te maken krijgen met ontslag.''
Iets meer vrouwen bekleden topfuncties: van 21 procent in 2004 tot 26 procent in 2007. Iets meer dan een kwart van alle leidinggevenden is vrouw.
Meisjes presteren in het onderwijs beter dan jongens. Bij de Cito Eindtoets scoren ze gemiddeld iets lager dan de andere sekse, maar ze gaan vaker naar de havo en het vwo. De meerderheid van de studenten van universiteiten en hoger beroepsonderwijs (51 procent) is van het vrouwelijk geslacht.
Vooral Surinaamse vrouwen zijn actief op de arbeidsmarkt. Van hen werkt 61 procent. Autochtone vrouwen werken in 59 procent van de gevallen, en bij Turkse en Marokkaanse vrouwen ligt het percentage op 37 tot 38.
Volgens het CBS werken de Surinaamse vrouwen niet alleen in grote aantallen, maar verdienen ze daarbij ook nog eens relatief goed. Bijna de helft van hen (47 procent) is economisch zelfstandig. Dat betekent dat ze ongeveer 900 euro per maand of meer binnenhalen. Bij autochtone vrouwen ligt dat percentage op 45, en bij Turkse en Marokkaanse vrouwen op 20.
Bron: ANP