Vijf vragen over de stijgende voedselprijzen

Hulporganisatie Oxfam Novib waarschuwde dinsdag voor toenemende honger in de wereld door stijgende voedselprijzen. Hoogleraar Martin van Ittersum van de Wageningen Universiteit geeft antwoord op vijf vragen over deze problematiek.

V: Moeten we ons zorgen maken? A: ,,Ja, het is terecht dat deze problemen onder de aandacht worden gebracht. Het is in het verleden al eens gelukt om de voedselproductie te verdubbelen, maar de vraag is of dat nog een keer lukt. De vraag naar voedsel zal met 70 procent toenemen, dus de groei moet in de toekomst doorzetten om ervoor te zorgen dat iedereen voldoende voedsel heeft.'' V: Hoe kunnen we dat realiseren? A: ,,Het grootste gat tussen wat er nodig is en wat er nu wordt geproduceerd, zit bij de kleine boertjes in Afrika, Azië en Latijns-Amerika. Dat is tegelijkertijd een probleem en een mogelijkheid tot verbetering. Het is lastig om al die kleine boeren te helpen, omdat ze allemaal anders zijn. Er is niet één oplossing die bij alle boeren werkt, het gaat om maatwerk. We moeten dus in hen investeren om daar over een aantal jaren de vruchten van te plukken.'' V: Zijn de rijke landen de veroorzakers van de problemen? A: ,,Als landen rijker worden, stijgt ook de vraag naar dierlijke eiwitten. In Nederland is het plafond wel bereikt wat het eten van vlees betreft. Maar in landen als China en India neemt de vraag toe. Per kilo vlees is wel 3 tot 10 kilo planten nodig, waaronder ook voedsel. Ook het maken van biobrandstof heeft geleid tot extra vraag naar landbouwproducten. In 2019 denken we dat 35 procent van de productie van suikerriet opgaat aan het maken van brandstof. Voor maïs ligt dat percentage op bijna 15 procent. Dat zijn aanzienlijke aantallen, die zeker tot problemen kunnen leiden.'' V: Stijgen de prijzen van voedsel niet gewoon af en toe? A: ,,Het is niet zeker, maar veel wijst erop dat we in een overgangsfase zitten. Voorheen was er voldoende te eten, maar kon niet iedereen voedsel betalen. Nu lijken we te gaan naar een situatie van schaarste, waarin concurrentie om voedsel ontstaat. Als dat inderdaad zo is, dan moeten we nu in actie komen om problemen in de toekomst tegen te gaan.'' V: Hoe moet het nu verder? A: ,,Er moet meer politieke aandacht komen voor de problemen. Gelukkig is die er nu, hoewel het risico bestaat dat de aandacht verslapt, als de prijzen dalen. De politiek moet zorgen voor een buffer in het systeem, zodat plotselinge prijsstijgingen beter kunnen worden opgevangen. Investeren in innovatie is ook essentieel. Daar heb je over tien tot twintig jaar veel baat bij.''

ANP