Veel onduidelijkheid over de hogesnelheidsfiets

Voor woon-werkverkeer is ie hét alternatief voor de auto: de hogesnelheidsfiets, ook wel de ‘speed pedelec’ genoemd. Niet meer urenlang vaststaan in de ochtendspits, maar in no time naar je werk op dit rappe broertje van de ‘gewone’ elektrische fiets. Het kost wat, zo’n 2500 tot 5000 euro, maar dan heb je ook wat. Inmiddels zijn er al enkele duizenden van verkocht in Nederland. Maar hoe veilig is het eigenlijk en wat zijn de gevolgen van de nieuwe verkeersregels?

Zo snel als een bromfiets
Een fiets die zo snel gaat als een brommer. Daar zijn we nog niet aan gewend in het verkeer. Het snelheidsverschil op fietspaden - tussen gewone fietsen en deze hogesnelheidsvariant - is erg groot. Dat kan onveilig zijn, en dus zijn er sinds 1 januari nieuwe regels van kracht. De speed pedelec wordt niet meer zoals de gewone elektrische fiets beschouwd of als een snorfiets, maar als een bromfiets. En daarvoor gelden andere regels. Wat betekent dat in de praktijk?

Nieuwe regels
Een speed pedelec die vanaf 1 januari wordt gekocht, krijgt direct een geel (bromfiets)plaatje en de bestuurder moet een helm op. Daarvoor is een speciale helm ontwikkeld, maar die is nog niet op de markt. Tot die tijd moet een bromfietshelm worden gedragen. De supersnelle fiets moet daarnaast als bromfiets verzekerd zijn. Met een speed pedelec moet je van het fietspad af en de rijbaan op, tussen de auto’s. Dat hoeft dan weer niet als er een gecombineerd bromfiets/fietspad is.

Een speed pedelec die al voor 1 januari is gekocht heeft nog een blauw (snorfiets)plaatje en voor de bestuurder geldt een overgangsregeling tot 1 juli 2017. Hij mag nog zonder helm rijden en moet juist op het fietspad blijven. In februari krijgen al deze bestuurders een brief van de Rijksdienst voor het Wegverkeer over de nieuwe verkeersregels en de veranderde verzekeringsplicht. Bestuurders krijgen later dit voorjaar een geel plaatje opgestuurd. Dit plaatje moet het blauwe plaatje vervangen.

Werkt het in de praktijk?
Met de nieuwe regels wil de overheid de veiligheid op de weg verbeteren. Door de gele kentekenplaat zien andere weggebruikers meteen dat ze met een voertuig van doen hebben dat 45 km per uur kan rijden en niet met een elektrische fiets die tot en met 25 km per uur rijdt. Dat zorgt voor een grotere herkenbaarheid. Denkt de overheid.

Dat is de theorie, maar wat is de praktijk? De nieuwe regels worden de komende maanden in de praktijk onderzocht op werkbaarheid en veiligheid. Want hoe duidelijk is het voor andere weggebruikers? En daarmee, hoe veilig?  Hoe goed kunnen automobilisten het verschil zien tussen de gewone fiets en een speed pedelec? Het bromfietsplaatje zit immers achterop. Hoe goed kunnen ze de snelheid van deze fietsen inschatten? Kassa neemt alvast de proef op de som en gaat met ervaren speed pedelec gebruikers de weg op. Gaan zij zich aan de nieuwe regels houden?